Gedrag
Als je de dieren verplaatst, probeer dan rekening te houden met hun gedrag. Controleer eerst of het dier geschikt is voor vervoer. Het dier mag niet ziek zijn en moet goed kunnen lopen. Als je een koe uit de wei moet halen, is dit vaak lastiger dan wanneer je de hele groep koeien uit de wei moet halen. Het dier wil bij de groep blijven, het is een echt kuddedier. Het is dan vaak handiger de koe in de stal aan het voerhek vast te zetten. Daarna kun je de koe een halster om doen en makkelijk uit de groep halen. Bij jonge dieren moet je wel oppassen: ze zijn nog niet gewend om een halster aan te hebben. Ook moeten koeien weer wennen als ze voor het eerst in de wei komen. Ook dit geldt vooral voor jongvee dat voor de eerste keer in de wei komt.
Hanteren
Runderen kunnen behoorlijk trappen met hun achterpoten. Houd daar rekening mee als je een rund wilt hanteren. Runderen zijn prooidieren, dus ze schrikken snel. De ogen staan aan de zijkant van de kop. Daardoor kunnen
ze in een keer een groot gebied zien. Met hun gewicht (zo’n 600 kg) kunnen ze je gemakkelijk omverlopen. Runderen zijn bang voor gladheid, want dan kunnen ze uitglijden. Als je je aan onderstaande regels houdt, kun je een rund veilig en rustig hanteren:
- Benader een rund altijd van de zijkant of schuin van voren, dan ziet ze je het beste aankomen.
- Praat rustig, dan weet ze waar je bent.
- Als je bang bent dat ze gaat trappen, ga dan tegen de achterpoten aan staan. Als ze dan trapt, dan komt dat niet zo hard aan. (De poot heeft nog geen snelheid kunnen maken.)
- Loop voor het rund, meestal volgt ze dan wel.
- Vermijd zo veel mogelijk gladde paden. Kan dit niet, loop dan nog rustiger en houd het rund goed in de gaten.
- Als ze onrustig wordt, kun je haar kalmeren door haar te krabben op plekjes waar ze zelf niet bij kan, bijvoorbeeld bij de staartinplant.
- Een rund loopt niet van het licht naar het donker, dus zorg ervoor dat ze naar een lichte plek toe kan lopen.