Melk

 

Hoe maakt de koe melk?

Het bloed trasporteert alle voedzame bestandsdelen, zoals eiwitten, koolhydraten (suiker, zetmeel) zouten en water door het lichaam. Zo komen ook de voedingsstoffen in de uier van de koe. In de uier stroomt het bloed door een heel fijn vertakt stelsel van aderen en adertjes. het bloedvatenstelsel leidt het bloed langs de zogenaamde klierkwabjes. Deze bestaan uit melkblaasjes (zo'n acht miljoen). De wanden van de blaasjes bestaan uit melkcellen (ongeveer zevenhonderd per blaasje). Hierin geschiedt de eigenlijke vorming van de vorming van melk aan het bloed. Sommige stoffen worden onveranderd uit het bloed opgenomen. Andere melkbestanddelen moeten in de melkcellen opgebouwd worden uit de stoffen die het bloed aandraagt. Dat is het geval met eiwitdeeltjes en melksuiker. De cel deponeert deze stoffen in het melkblaasje.

De veltbolletjes die in de melk zweven, worden ook in de melkcellen gemaakt. De melk wordt zo druppel voor druppel gemaakt en vult geleidielijk aan de melkblaasjes en melkgangen, die erdoor opzwellen. Daarin kan heel veel melk worden opgeslagen.Er moet 400 liter bloed door de uier stormen voor het maken van 1 liter melk.

doorsnede uier en melkblaasje

Wanneer begint de melkvorming?

Als er een kalf wordt geboren,vormt de hypofyse (een klier achter de hersenen) van de moederkoe een bijzonder stofje, een hormoon. Dit hormoon heet prolactine. Door het bloed wordt het naar de uier gevoerd. Daar zet het de melkvorming in werking. Van nature geeft de koe melke tot het jong oud genoeg is om te gaan grazen. Deze tijd, die lactatieperiode heeft, wordt verlengd doordat de boer de koe blijft melken. Na ongeveer driehonderd dagen is de lactatieperiode echter afgelopen. Twee maanden later wordt meestal weer een volgend kalf geboren endan begint de melkproduktie opnieuw.

De gemiddelde samenstelling van de melk van de Nederlandse koeien is ongeveer als volgt:

 

Melk  -  Water 87.3%

          -  Droge stof 12.7 %      -  Vet 3.90 %

                                                  - Eiwit 3.35 %

                                                  - Melksuiker 4.60 %

                                                  - Zouten 0.85 %

De samenstelling van melk is niet gedurende de gehele laktatieperiode van een koe gelijk. Direct na het afkalven is de samenstelling sterk afwijkend. Het eiwitgehalte is dan sterk verhoogd, het vetgehalte meestal ook iets, evenals de aanwezige zouten. Het melksuikergehalte is vaak iets lager. Deze melk noemt men biest. Wordt deze verwarmd dan gaat zij schiften. De eerste dagen is deze melk dan ook niet geschikt om in de fabriek te worden verwerkt en mag daarom niet worden geleverd. Meestal is de samenstelling na 4 dagen normaal.

Zodra het kalf gaat zuigen of de boer de koe gaat voorbehandelen, wordt het zenuwstelsel van de koe geprikkeld. De hersenen krijgen een signaal, dat het melk moet gaan stromen. De koe laat de melk schieten, zo noemen ze dat.

 

Opdracht melk

Gezondheid