Design your own Sport
There are many ways to exercise or take part in sports activities. Do you take part in a sport yourself? Which sports do you find interesting or fun? What aspects of these sports do you like the most? In class, you're going to design your own sport! You get to set the rules of the game. Have fun!
Wil je voordeelden van voorgaande jaren bekijken als inspiratie en om te zien wat er ongeveer verwacht wordt? Open dan de bijlagen.
Bedenk zelf een sport met bijbehorende regels. Je mag een bestaande sport als basis gebruiken, maar geef hier wel je eigen draai aan! Alles is natuurlijk in het Engels geschreven. Verwerk in je tekst ook de grammatica van de Basics lessen. Wat je aan grammatica moet verwerken is rood, schuingedrukt en onderstreept. Dit moet je in je Masterpiece markeren (Present Continuous, question tags, much/many, me - my etc., meervoud).
1. Intro
Vertel wat je inspiratie was en geef een intro voor je tekst. Daarbij gebruik je 'am/is/are going to' om aan te geven wat je gaat vertellen. Je gebruikt 'am/is/are' om te vertellen hoe je je voelt bij deze opdracht.
2. Kern
3. Outro
Sluit je verhaal af door de lezer te overtuigen jouw sport te proberen.
Voorbeeld van de algemene beschrijving sport (kern onderdeel 2) met grammatica onderstreept:
In my sport, two teams of 5 people are playing. That isn't much, is it? The teams are kicking a ball to score a goal. You can score goals when you kick the ball between the legs of the other team player. You can only use your legs to kick and you can’t close your legs longer than 30 seconds or wait for someone to open their legs. The match is 2x half an hour. You can play this anywhere. It is so much fun to play, isn't it?

Wil je checken of je de grammar en Basics wel goed verwerkt hebt? Open dan de onderstaande PowerPoint en neem de grammatica regels nog eens door.
De onderdelen die van de vorige thema's terug (kunnen) komen zijn:
Basics Unit 3 - Grammar PowerPoint.pptx
Hier kun je zien waar je op beoordeeld gaat worden:
Succescriteria Masterpiece:
Ik heb een introductie bij mijn tekst geschreven. Ik heb zelf een sport bedacht, eventueel met inspiratie van bestaande sporten. Ik heb beschreven wie de sport uitvoert, hoe dit werkt en wat voor regels en spullen van belang zijn.
Ik heb een document met de gemarkeerde Basics op de juiste plek ingeleverd. Mijn werk is op tijd ingeleverd. Ik heb de volgende Basics gebruikt en gemarkeerd: am/is/are going to + werkwoord, am/is/are + ww-ing, question tag, much/many, me - my etc., woorden in meervoud.
Ik hanteer de Engelse woordvolgorde van onderwerp-werkwoorden-lijdend voorwerp. Ik gebruik de juiste vorm van ‘to be’ samen met 'going to + ww' om aan te geven wat ik ga doen/beschrijven. Ik kan beschrijven wat er nu bezig is. Ik kan bevestiging vragen met een question tag. Ik gebruik much bij enkelvoud/ontelbaar en many bij meervoud/telbaar. Ik gebruik de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden goed. Ik schrijf woorden in het meervoud met +s of +es of gebruik de uitzondering.
Ik geef uitgebreid informatie over een onderwerp. Ik maak een lopend verhaal door verbindingswoorden en zinnen toe te voegen. Ik voeg ook mijn eigen ervaring/mening of extra informatie toe, naast de vragen op de Wikiwijs. Ik gebruik een intro-kern-slot structuur. De onderdelen sluiten goed op elkaar aan.
Mijn masterpiece ziet er aantrekkelijk uit. Ik gebruik foto’s, afbeeldingen en een heldere structuur of lay-out om mijn verhaal aan te kleden en tekst te verduidelijken. Mijn werk valt misschien positief op in vergelijking met anderen.