5a. Naamgeving alkanolen, alkaanzuren en alkaanaminen

In activiteit 4 heb je geoefend met de naamgeving van alkanen, alkenen en cycloalkanen. Je gaat nu kijken naar alkanolen, alkaanzuren en alkaanaminen.

ALKANOLEN CnH2n+1OH

Veel belangrijke koolstofverbindingen bevatten ook andere atoomsoorten, zoals zuurstofatomen en stikstofatomen. Wanneer een koolstofverbinding naast C- en H-atomen ook een O-H groep bevat dan spreken we van een alkanol. Hieronder staan drie alkanolen afgebeeld en daaronder de systematische namen:

 

ALKAANZUREN

Azijn kun je in elke supermarkt kopen. Het is een waterige oplossing van azijnzuur. En zoals de naam al doet vermoeden: het smaakt zuur. Azijnzuur is namelijk een koolstofverbinding met daarin een nieuwe karakteristieke groep de carbonzuurgroep: -COOH. Azijnzuur is volgens de systematische naamgeving: ethaanzuur.

ALKAANAMINEN

Moleculen die een –NH2 of –NH- of –N= groep bevatten, worden aminen genoemd. De karakteristieke groep heet aminogroep. Als een molecuul naast een alkaanketen één aminogroep bevat, dan spreken we van een alkaanamine. Zie hieronder voor enkele voorbeelden:


Maak alle opgaven van werkblad 2 .

Je ziet dat er allerlei groepen stoffen zijn. Alkanen, alkanolen, noem maar op.
In het volgende experiment ga je ruiken aan twee voorbeelden van elk van de groepen waar je over gelezen hebt.