2b. Gevangen geuren

Gevangen geuren
Al heel oud is de menselijke behoefte om de lekkere geuren uit de natuur te verzamelen. Maar hoe krijg je zoiets ongrijpbaars als de geur van een bloem in een potje? De oudste en eenvoudigste methode is het uitpersen van de bloemen. Misschien dat je het zelf wel eens geprobeerd hebt. Je ziet dan dat de opbrengst laag is en het resultaat vaak teleurstellend. Meestal ruikt het product nauwelijks en is het al na een paar dagen verschimmeld. Toch werden zo geurstoffen gewonnen, en die werden vaak direct verwerkt in zalven, oliën en andere producten. In de Middeleeuwen ontdekten de Arabieren, dat alcohol de houdbaarheid van geurstoffen aanzienlijk verhoogt. Deze ontdekking maakte de weg vrij voor de bereiding van reukwaters en parfums. Na de ontdekking van de destillatietechniek pasten de Arabieren deze techniek toe bij de winning van geurstoffen. Zo bereiden ze rozenolie en rozenwater door destillatie van rozenblaadjes. Nog steeds is (stoom)destillatie een veelgebruikte methode om natuurlijke geurstoffen te winnen. Maar veel geurstoffen kunnen niet tegen destillatie. Door de warmte ontleedt de stof, waardoor de geur verdwijnt of verandert. Deze stoffen worden door extractie gewonnen. Vroeger werd voor bloemengeuren vaak 'enfleurage' toegepast. Een bijzondere vorm van extraheren. Verse bloemen en plantendelen werden ondergeroerd in vloeibaar, gezuiverd vet, daarna werd het vet gezeefd en de procedure herhaald totdat het vet verzadigd was met de bloemengeur. Het vet met de bloemengeur, de pommade, leverde na extractie met alcohol een sterk geurextract op. Enfleurage is echter erg arbeidsintensief. Daarom worden bij de extractie van geurstoffen tegenwoordig meestal organische oplosmiddelen gebruikt. Naast geurstoffen lossen hierin ook kleurstoffen en wassen op. De zachte, wasachtige substantie die ontstaat, wordt concrete genoemd. Extractie van de concrete met alcohol levert weer een 'essence absolue'. Door verdunning kunnen uit een absolue reukwaters en parfums worden gemaakt. Van de ongeveer 3000 bekende geurstoffen zijn er ongeveer 200 van commercieel belang. Sommige zijn heel duur. Zo kost een liter rozenextract ruim vijfduizend euro. Daar zijn dan ook 600 kg met de hand geplukte rozenblaadjes voor nodig! In verband met de kosten en de beschikbaarheid van grondstoffen worden bij de bereiding van parfum ook geurbasen gebruikt.

Geurbasen zijn geurcomposities die door parfumeurs zijn gemaakt en waarvan de geur overeenkomt met die van natuurlijke bloemen. Een parfum bevat tussen de 20 en 30% geurextract, opgelost in alcohol. Dezelfde geur als het parfum is vaak ook verdund verkrijgbaar. Een eau-de-parfum, de op één na sterkste vorm, bevat tussen de 15 en 20% geurextract. En een eau-de-toilette nog maar 5 tot 10%. Alleen al door dit verschil is een parfum veel duurder dan een eau-de-toilette.

De geurstoffen uit parfum verdampen niet allemaal met dezelfde snelheid. Daarom ruikt een parfum na een half uur anders dan toen je het pas opbracht. Bij openen van het flesje en aanbrengen van het parfum, ruik je de meest vluchtige componenten. Deze geur wordt de 'top-noot' van het parfum genoemd. Pas tien tot twintig minuten na opbrengen van het parfum zijn ook wat minder vluchtige componenten verdampt en heeft de geur zich 'ontwikkeld'. Dan ruik je het 'hart', de 'body' van het parfum; een geur die uren kan aanhouden en pas langzaam minder wordt. Uiteindelijk blijft de 'nageur' of 'fond' nog lange tijd waarneembaar. Omdat de geuren alleen in dampvorm waarneembaar zijn, en het verdampen van geurstoffen van verschillende factoren afhangt, ruikt hetzelfde parfum in het flesje anders dan wanneer het opgebracht is op een papiertje, een zakdoekje of op de huid. De geur verschilt zelfs op verschillende delen van de huid en op de huid van verschillende personen. De zuurgraad van de huid en het aanwezige talg (huidvet) en zweet beïnvloeden de mate waarin geurstoffen uit het parfum verdampen of worden vastgehouden en daarmee de waarneembare geur.