Kosten: Ondernemingen hebben verschillende kosten. Hieronder een aantal voorbeelden.
Handelsonderneming
Industrièˆle onderneming
Industrièˆle ondernemingen produceren of in massaproductie of in stukproductie.
Massaproductie: ook wel bekend als lopende band productie. Er worden veel van dezelfde goederen geproduceerd die niet verschillen van elkaar.
Stukproductie: productie volgens de wens van de consument.
Machine-uurtarief: de kosten voor het gebruik van een machine kun je berekenen met het machine- uurtarief. + . Hierbij is Cs de constante machinekosten, Vs de variabele machinekosten, Nu de normale machine-uren, Bu het begroot aantal machine-uren.
Kostprijs
Voorcalculatie: hierbij ga je uit van de begrote kosten. Hier wordt ook de standaardkostprijs gemaakt. Je gaat uit van toegestane kosten. (standaard)kostprijs=som van toegestane kosten p/prod. Nacalculatie: hierbij ga je uit van de werkelijke kosten. Hier zie je welke schattingen in de voorcalculatie verkeerd waren.
Kostprijs= totale constante standaardkoste / normale productie + totale variabele standaardkosten / begrote productie
Oftewel
Kostprijs= Cs / Np + Vs / Bp