Doelen;
De leerling kan navertellen wat beroepshouding is.
De leerling herkent zijn eigen beroepshouding.
De leerling kan weergeven wat een competentie is.
De leerling kan tot stand brengen hoe je jezelf moet presenteren.
De leerling voert de opdrachten zelfstandig uit.
Subdoelen;
De leerling beargumenteert zijn eigen beroepshouding.
De leerling voert een presentatie uit.
De leerling evalueert zijn presentatie.
De leerling motiveert zijn keuzes tijdens de presentatie.
De leerling somt op welke competenties binnen de Entree je moet kennen en kunnen.
De leerling geeft weer hoe hij /zij werken onder stress oplost.