Onder de tropische zone behoren de volgende twee klimaten:
1. Tropisch regenwoudklimaat
In een tropisch regenwoudklimaat valt gemiddeld 60 milimeter regen per maand. Ze liggen dicht bij de evenaar. In dit gebied heb je geen seizoenen die afwisselen zoals we dat in Nederland kennen (lente, zomer, herfst en winter). Wel is er een regenseizoen en een droog seizoen. In het regenseizoen regent het erg veel.
De planten kunnen heel goed groeien door de hoge temperatuur en de grote hoeveelheid neerslag. De zeer dichte begroeiing bestaat uit vele soorten bomen en struiken. Kenmerkend voor een tropisch regenwoud zijn de verschillende lengtes, waarbij de hoogste bomen wel 35 meter hoog kunnen worden. Je zou denken dat de plantengroei zeer vruchtbaar is, maar dat klopt niet helemaal. Omdat er geen seizoenen zijn, laten de bomen hun bladeren wel vallen, maar niet allemaal tegelijk. Dat komt door de warmte en de grote 'vochtigheid'. De planten leven van hun eigen afval. Het kappen van het tropisch regenwoud betekent dan ook het einde van deze kringloop.
Klimaatgrafiek Tropisch regenwoudklimaat
2. Savanneklimaat
Een savanne is een warm gebied waar veel gras groeit en hier en daar een boom staat. Behalve gras groeien er ook andere, kruidachtige plantjes. Savannes komen voor in de tropen en in de subtropen.
Op de savanne valt best wel veel regen: 500 tot 1500 millimeter per jaar. Om te vergelijken: in Nederland valt gemiddeld zo'n 690 tot 900 millimeter per jaar. Er zijn twee seizoenen op een savanne: een droog seizoen en een nat seizoen. De regen valt in het natte seizoen. Ondanks al die regen groeien er toch maar weinig planten en bomen op de savanne. Dat komt door de hitte. In de tropische of subtropische gebieden is het zo warm, dat er veel meer water verdampt.