2.2 Invalshoek van de zon, breedteligging en seizoenen

Bekijk het onderstaande filmpje.

Onze aarde wordt verwarmd door zonnestralen. Toch is het op de Noordpool veel kouder dan bijvoorbeeld midden in de Sahara. Hoe kan het dat er zulke grote temperatuurverschillen bestaan op aarde?

De zon geeft ons warmte

De invalshoek van de zonnestralen is dus zeer belangrijk voor het klimaat. Er zijn twee redenen waarom het op hoge breedte kouder is, dan op lage breedte.

De eerste reden is dat zonnestralen niet overal dezelfde afstand door de dampkring afleggen. Als een zonnestraal onder een grote hoek komt, gaat hij recht door de dampkring en is de weg door de dampkring korter. Als een zonnestraal onder een kleine hoek binnenkomst, dan komt hij veel schuiner aan en gaat hij dus ook schuiner door de damprking en is de weg door de damprking dus een stuk langer. De kracht van de zonnestraal neemt af als hij door de dampkring gaat, dit komt door bijvoorbeeld stof of roetdeeltjes of condens. 

De tweede reden is dat zonnestralen niet overal een even groot gebied verwarmen. Als je naar onderstaande afbeelding kijkt zie je dat de zonnestralen op hoge breedte schuiner binnenkomt en daardoor een veel groter stuk aarde moet opwarmen, op lage breedte komt de zonnestraal veel rechter binnen en hoeft daardoor ook maar een klein gebied te verwarmen.

Invalshoek van de zon

 

De invalshoek is niet altijd gelijk. Elk seizoen heeft de zon een andere invalshoek, dat heeft te maken met de schuine stand van de aardas en het draaien van de aarde om de zon. Daarom is het bij ons in de winter kouder dan in de zomer, maar aan de andere kant van de wereld juist precies andersom.

Positie van de aarde

 

 

Op de bovenstaande afbeeldingen zie je het verschil tussen zomer en winter. Je ziet dat de invalshoek van de zonnestralen in de winter kleiner is, dan in de zomer. Zonnestralen moet in de winter dus een langere weg door de dampkring afleggen en een groter gebied verwarmen. Geen wonder dat het in de winter veel kouder is, dan in de zomer!

 

1. Zet lage en hoge breedte onder elkaar in je schrift. Zet achter lage breedte of het dichtbij of ver van de evenaar is en of het daar koud of warm is. Doe hetzelfde bij hoge breedte.

2. Geef met behulp van de leertekst hierboven 2 redenen waarom het op hoge breedte kouder is dan op lage breedte.

3. Is de invalshoek van de zonnestralen in de winter groter of kleiner, dan in de zomer?

4. Pak kaart 218A erbij in de atlas. Zet de plaatsen Cairo, Nairobi en Moskou op volgorde van hoge naar lage breedte onder elkaar in je schrift.

5. Zet vervolgens de temperatuur volgens het kaartje achter de plaatsen. Klopt het dat het van lage naar hoge breedte steeds kouder wordt? 

6. Bekijk nu nog eens een keer deze PowerPoint, zo kun je nog een keer controleren of je alles begrijpt. Maak vervolgens onderstaande opdracht.

7. Maak onderstaande oefening in je schrift. Vul vervolgens je antwoorden in zodat je het kan nakijken.

Powerpoint klimaat dag en nacht