ORIENTEREN
Deze vragen komen uit KOMPAS.
(bladzijde 13).
Oriënteren & plannen is een hoofdstuk in je BP.
Dus na je voorblad en inleiding, begin je met je O&P.
De Wegwijzer is een hulpmiddel om een beroepsprestatie uit te voeren en bestaat uit vijf
stappen:
1 Oriënteren
Waar gaat deze fase over? Welke beroepsprestaties en werkprocessen komen in deze
fase aan bod? Dit staat in je BP; je zit in fase 1. Kijk in KOMPAS welke BP’ s in jaar 1 aan bod komen (BP 1.1, 1.3, 1.4 en 1.5)
Wat zijn de afspraken die hierover gemaakt zijn op school en in de praktijk?
Wanneer moet je je O&P inleveren?
Wanneer krijg je de GO?
Wanneer moet je je BP verslag inleveren?
Wanneer is de 2e kans van je BP?
Wanneer is het verslag af zodat je stagebegeleider het kan nakijken?
Wanneer spreek je met je stagebegeleider af om handtekeningen te zetten?
LET OP: DIT ZIJN DATA DIE JE AFSPREEKT. DIT IS NIET EEN VAGE AFSPRAAK
Combineer je de beroepsprestatie met een taalprestatie of loopbaanprestatie?
NVT
In welke beroepscontext voer je de beroepsprestatie uit?
De mate van complexiteit van de beroepssituatie |
De mate van zelfsturing |
De mate van verantwoordelijkheid voor |
gesloten context |
begeleid |
uitvoeren van het eigen takenpakket |
open context |
onbegeleid |
jouw samenwerking met collega’s |
complexe context |
zelfstandig |
de hele zorg- en begeleidingscyclus |
|
|
aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau |
Dat is deze tabel (staat in je BP). Hoe moeilijk of makkelijk de BP is, staat in de BP. Kun je dus letterlijk overnemen.
Wat wordt er van je gevraagd in de beroepsprestatie?
Je gaat de BP lezen en daarna ga je in je EIGEN WOORDEN beschrijven wat je in de BP moet doen.
Hier let ik wel op “fraude”. Dus niet van klasgenoten letterlijk de tekst overnemen.
Welke bewijsstukken moet je leveren en aan welke criteria moeten die voldoen?
Bewijsstukken staan in de BP. Kun je letterlijk overnemen.
Bewijsstuk A = beoordelingslijst
Bewijsstuk B = (bijvoorbeeld) de workshop
Bewijsstuk C = (bijvoorbeeld) een activiteitenplan
Enzovoorts
Welke kennis, vaardigheden en houding heb je nodig om de beroepsprestatie uit te
voeren? (Raadpleeg de competentiewijzer)
Bij de competentie staan letters. Achter die letters staan competenties.
C = begeleiden
Q = plannen (bijvoorbeeld).
Per competentie (dus per letter) ga je 3 onderdelen benoemen.
Kennis, houding en vaardigheden.
In de competentie wijzer staan per competentie (die letter dus) welke vaardigheden, houding en kennis er onder vallen.
Zo komt het er dan uit te zien:
Competentie C = begeleiden
Kennis: ontwikkelingspsychologie
Vaardigheden :begeleidingsmethodieken aanpassen
Houding: geduldig
Dit doe je individueel!
Deze competenties zijn individueel. Ze zijn afhankelijk van de BP opdracht (dus daar kijk je ook naar wanneer je houding, vaardigheden en kennis invult). En het kan dus ook zijn dat iedereen in de klas wat anders heeft geschreven. Omdat iedereen weer andere dingen moet leren.
Formuleer persoonlijke en beroepsinhoudelijke leervragen en leerdoelen in je
persoonlijke opleidingsplan (POP). Hoeft niet
Bespreek je POP met je begeleider. Hoeft niet
2 Plan van aanpak (plannen)
Maak een plan van aanpak voor de opdrachten in de beroepsprestatie.
Je verwerkt de vijf W’s in dit plan. Per bewijsstuk schrijf je een PvA (plan van aanpak)
Opdracht B
Wie? Met wie ga je de BP doen
Heb je al een kind in gedachten? (denk aan privacy, gebruik alleen de eerste letter van zijn/haar naam).
Helpt je begeleider of een collega je bij deze opdracht? Dan zet je hun ook in de planning.
Wat? Wat ga je doen?
Wat ga je uiteindelijk doen? Kijk naar de opdracht, overleg met je begeleider en dan beschrijf je hier wat jij op je stageplek gaat doen. (Bijvoorbeeld een Valentijnsactiviteit of een Moederdag cadeautje maken)
Waar? Waar ga je de BP uitvoeren?
Op stage. Maar soms ook ergens buiten de stage of op school.
Wanneer? Wanneer ga je de BP uitvoeren (denk ook aan de 2e kans)
Wanneer ga je overleggen met je begeleider?
Wanneer ga je het uitvoeren?
Wanneer ga je je verslag inleveren zodat je begeleider het kan lezen en aftekenen?
Welke afspraken maak je? Hier een lijstje met voorbeelden:
Je houdt rekening met de planning van het kinderdag verblijf/ BSO/ peuterschool
Je overlegt op tijd met je stagebegeleider en collega’s
Je vraagt hulp wanneer je dat nodig hebt
Je communiceert op tijd met ouders wat je gaat doen
Enzovoorts