Begrippenlijst
Primaire kleuren | kleuren die je niet kunt verkrijgen door andere kleuren te mengen; rood, geel en blauw. |
Secundaire kleuren | kleuren die ontstaan door menging van 2 primaire kleuren in gelijke hoeveelheden |
Monochroom | in 1 kleur (of in verschillende tonen van 1 kleur) |
Polychroom | bestaande uit veel verschillende kleuren |
Kleurfamilie | een groep kleuren die onderling weinig verschillen of die aan elkaar verwant zijn. B.v. een kleurtoontrap of donkere kleuren |
een contrast |
een tegenstelling |
Kleur-kleur contrast | een tegenstelling tussen twee zuivere kleuren |
Licht-donker contrast | een tegenstelling tussen een lichte en een donkere kleur |
Koud-warm contrast |
een tegenstelling tussen een warme en een koude kleur |
Complementaire kleuren | kleuren die in de kleurencirkel tegenover elkaar staan; ze hebben de eigenschap dat ze elkaar versterken. |
Complementair contrast | een tegenstelling tussen 2 kleuren die in de kleurencirkel tegenover elkaar staan. (rood-groen, blauw-oranje, geel-paars) |
Verhelderen | een kleur mengen met wit |
Verdonkeren | een kleur mengen met zwart |
Kleurtoontrap of Toonovergang |
een geleidelijke overgang van een kleur naar een lichtere of donkere toon door de kleur te mengen met wit of zwart. |
Zuivere kleuren | Kleuren in hun meest zuivere vorm. Alle kleuren uit de kleurencirkel die niet gemengd zijn met zwart of wit. Het zijn bonte en opvallende kleuren. Ze worden ook wel verzadigde kleuren genoemd. |
Verzadigde kleuren | zie zuivere kleuren |
Onzuivere kleuren | kleuren die gemengd zijn met wit, zwart of grijs. |