De kleurencirkel

Onderzoekers hebben kleuren en de uitwerking daarvan bestudeerd en er verschillende systemen in ontdekt. Een van deze onderzoekers was Johannes van Itten (1888 – 1967). Bekijk de kleurencirkel eens aandachtig.

 

 

Helemaal in het midden staan de drie primaire kleuren. Dit zijn de basiskleuren. Deze kleuren kun je niet mengen uit andere kleuren. Maar met deze kleuren kun je wel andere kleuren mengen.

De primaire kleuren zijn: rood, geel en blauw

Als je de primaire kleuren met elkaar mengt krijg je de secundaire kleuren. Dit zijn oranje, paars en groen.

Je kunt de cirkel globaal in twee helften verdelen.

De ene helft bestaat uit koude kleuren en de andere uit warme kleuren.

Geelgroen en paars zijn eigenlijk een beetje tussenkleuren. Geelgroen bestaat namelijk uit groen (een koude kleur) en geel (een warme kleur). datzelfde geldt voor paars. Paars bestaat ook uit een warme (rood) en koude (blauw) kleur. Daarom zijn dit een beetje tussenkleuren. 

Rood en roodoranje zijn echte warme kleuren.

Blauw en blauwgroen zijn duidelijk koude kleuren.

 

 

Als je de drie primaire kleuren alledrie met elkaar mengt krijg je weer een andere kleur. Meestal is dit een bruine of grijze tint. Als je precies dezelfde hoeveelheden van elke kleur gebruikt wordt het zwart. Dit zie je in deze laatste kleurencirkel.