Enkeldaags getij

Bij een enkeldaags getij (Di-urnal) komt elke waterstand maar één keer per etmaal voor.
Dus één keer vloed en één keer eb.
Voorbeeld: Golf van Mexico, sommige delen van Zuidoost-Azië.

Het onstaat door de verdeling van de verschillende componenten van de getijkrachten van maan en zon, maar vooral door geografische omstandigheden.
De vorm van de zeebodem kan zo zijn dat dat er een tegengestelde getijbeweging ontstaat.
Zo kan de vloed een bepaalde baai net binnenstromen op het moment dat de ebstroom de baai uitsroomt.
En zo wordt de gehele waterlaag van de eb als het ware weer opgetild.
Je krijgt dan eigenlijk een vloed waar de waterlaag van de eb ook nog eens bij inzit.
En dan aan het einde van die vloed is de druk zo groot dat de de waterlagen van de eb én de vloed samen wegstromen.