De overheid heeft wet- en regelgeving gemaakt om de consument te beschermen tegen de risico's van verkeerd financiëel "advies". Deze regels liggen vast in de Wet op het financieel toezicht...., de Wft!
De consument moet beschermd worden omdat hij op het gebied van financiële dienstverlening vaak een grote kennis- en informatieachterstand heeft.
Een bedrijf dat binnen de financiële dienstverlening actief wil zijn moet een vergunning aanvragen bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Van de grote bank tot de assurantiebemiddelaar! Belangrijk voor het verkrijgen van de vergunning is dat je je vakbekwaamheid moet aantonen. Hiervoor is het onder andere verplicht dat alle adviserende medewerkers uiterlijk 1/1/2016 de relevante Wft-diploma's behaald hebben!
De Wft is niet van toepassing op:
Eenvoudige, complexe en impactvolle producten
Het is belangrijk om vast te stellen of een aan te beiden product compex of eenvoudig is, of misschien wel impactvol. Dit is met name van belang voor de vraag in hoeverre de adviseur moet doorvragen en misschien zelfs wel een klantprofiel moet opstellen!
Eenvoudige producten:
Complexe producten (zijn zo ingewikkeld dat er speciale regels voor gelden):
Impactvolle producten (kunnen van grote invloed zijn op de financiële situatie van de klant):
=> Een complex product is altijd impactvol, maar een impactvol product hoeft niet complex te zijn!
Kwaliteitseisen Wft
De Wft stelt kwaliteitseisen aan financiële dienstverleners en in het bijzonder aan de beleidsbepalers bij deze financiële dienstverleners. De AFM voert dit toezicht uit.
Deze kwaliteitseisen gaan vooral over:
Provisieverbod
Voor complexe producten geldt per 1-1-2013 een provisieverbod. De aanbieder van deze producten brengt de kosten voor bemiddeling hiervoor rechstreeks in rekening bij de klant. (De advieskosten kunnen wel gespreid belaald worden!, max. 2 jaar)
Ook beleggingsinstellingen vallen onder het provisieverbod. Voor schadeverzekeringen en consumptieve kredieten geldt (nog) geen provisieverbod!
Sommige financiële producten kunnen door de consument worden afgenomen zonder advies, maar hiervoor moeten zij wel eerst een kennis- en ervaringstoets te doen. Wanneer deze toets aangeeft dat de consument beter toch advies kan inwinnen, is hij hiertoe niet verplicht. Het afsluiten van een product zonder advies wordt execution-only genoemd.
Provisietransparantie
Het provisiesysteem moet transparant zijn en in balans zijn met de de door de aanbieder verrichte werkzaamheden (dit wordt ook wel "inducementnorm" genoemd). De AFM ziet erop toe dat dit door de branche nagekomen wordt.
Voor schadeverzekeringen is alleen afsluit- en prolongatieprovisie toegestaan. Omzet- en volumegeralateerde prikkels (bonussen) mogen niet meer door de verzekeringsmaatschappij gegeven worden.
Wanneer provisieberekening is toegestaan, moet deze voldoen aan de zogenaamde "balansregel". Dit houdt in dat maximaal 50% van de totale provisiesom direct bij het afsluiten van het product berekend mag worden. Het resterende deel wordt berekend over minimaal 10 jaar / de looptijd van het product (als deze korter is dan 10 jaar). Balansregel = de verdeling van de provisie moet "in balans" zijn met de geleverde inspanningen.
Als een product binnen 5 jaar voortijdig wordt ontbonden moet een deel van de afsluitprovisie evenredig worden terugbetaald. (Uitonderingen hierop zijn als de reden voor ontbinding is: verkoop van het onroerend goed of overlijden van de verzekeringnemer.)
BTW over het advies?
Over de vraag of er over de kosten voor advies btw moet worden betaald is van belang:
Opdracht => bestudeer de voorbeelden op pagina 121 en 122 van Welten.
Assurantiebelasting
De klant moet assurantiebelasting (21%) betalen over de verzekeringen die hij afsluit, inclusief de bemiddelingskosten die hiermee verband hielden.
Uitgezonderd van assurantiebelasting zijn onder andere de volgende verzekeringen:
Opdracht => bestudeer het schema op pag. 123 van Welten en het voorbeeld op 123 en 124.
Zorgplicht in de wet
Bekijk deze video eens:
Wat heeft deze video met de zorgplicht van financiële dienstverleners te maken? => Niets! Maar het is wel een goeie plaat!
Financiële dienstverleners hebben de plicht te allen tijde in het belang van de klant te handelen. Dit wordt in algemeen gesproken verstaan onder de term "zorgplicht".
Sinds 1 januari 2014 luidt het betreffende artikel binnen de Wet op het Financiëel Toezicht als volgt:
Artikel 4:24a
1. Een financiële dienstverlener neemt op zorgvuldige wijze de gerechtvaardigde belangen van de
consument of begunstigde in acht.
2. Een financiële dienstverlener die adviseert, handelt in het belang van de consument of begunstigde.
3. De Autoriteit Financiële Markten geeft met betrekking tot het eerste en tweede lid slechts toepassing
aan artikel 1:75 bij evidente misstanden die het vertrouwen in de financiële dienstverlener of in de
financiële markten kunnen schaden.
4. Onze Minister zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van dit artikel aan de Staten-Generaal
een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van dit artikel in de praktijk.
Dit artikel uit de Wft neemt niet de eigen verantwoordelijkheid van de consument weg. De zorgplicht van de financiële dienstverlener houdt op waar de eigen verantwoordelijkheid van de consument begint! Zo zal de consument zich altijd zelf moeten verdiepen in de informatie die hij krijgt, financiële bijsluiters moeten lezen en alle benodigde gegevens moeten verstrekken die het mogelijk maken een goed advies te geven.
Passend en verantwoord advies
Het hebben van kennis is belangrijk, maar het is minstens zo belangrijk deze kennis op een goede manier in te zetten bij het verstrekken van een goed advies. Een goed advies sluit aan bij het klantprofiel en het risocoprofiel van de klant. Ook dit is in de Wft verankerd (art. 4:23).
Om te komen tot een goed advies is het belangrijk dat de adviseur de volgende fases doorloopt:
Klantprofiel
Als je gaat adviseren over complexe- en impactvolle producten is het opstellen van een klantprofiel noodzakelijk. Dit klantprofiel beslaat:
Opdracht => lees de voorbeelden op pagina 130, 131 en 132 van Welten.
De AFM verplicht financiële dienstverleners dat zij moeten kunnen aantonen dat het verstrekte advies is gebaseerd op de geïnventariseerde gegevens. Het is dus belangrijk dat deze gegevens goed vastgelegd worden! De AFM is hier erg strikt in.... Ook bewijsstukken (zoals bv. salarisstroken, identiteitsbewijs, pensioenoverzicht) moeten in het klantdossier worden opgeslagen!
Toezicht
De twee belangrijkste toezichthouders op de Wft zijn:
De Nederlande Bank
DNB voert Prudentieel toezicht uit. Dit toezicht is gericht op het waarborgen van de financiële stabiliteit in de markt. DNB let op het systeemrisico en houdt in de gaten of de stabiliteit van het betalingsverkeer in orde is.
Opdracht: Zoek uit wat wordt verstaan onder "systeemrisico".
DNB kan financiële dienstverleners de vergunning tot het uitoefenen van het bedrijf ontnemen, of boetes uitdelen als niet aan de eisen wordt voldaan. (let op: de Wft-vergunning kan door de AFM worden ontnomen)
Autoriteit Financiële Markten
Doelstelling van de AFM: "Het bevorderen van een ordelijk en transparant marktproces op de financiële markten, een zuivere verhouding tussen marktpartijen en de bescherming van de consument".
De AFM borgt het vertrouwen in de markt. Dit is niet alleen belangrijk voor alle partijen die deelnemen aan deze markt, maar ook voor de economie als geheel!
Sanctiemogelijkheden AFM:
De AFM houdt drie "lijsten" bij van bedrijven die een overtreding hebben begaan:
Opdracht: Check hoe de AFM deze lijsten in de praktijk toepast!
Een assurantietussenpersoon heeft geen vergunning van DNB nodig, maar wel een Wft-vergunning van de AFM!
Klachtenprocedures en klachteninstaties
Een financiële dienstverlener is wettelijk verplicht een goede klachtenprocedure te hebben.
ASR maakt dit onderwerp in dit filmpje zeer toegankelijk en "menselijk"....
Wanneer een consument het niet eens is met het resultaat van de klachtenprocedure van de financiële dienstverlener, of de afhandeling te lang (langer dan 8 weken) duurt, kan hij de klacht in behandeling laten nemen door een erkende geschilencommissie. Dit zijn:
Kifid
We hebben inmiddels allemaal kunnen zien wat voor een fantastisch instituut het Kifid is.... :)
Het Kifid is in 2007 opgericht door de verschillende financiële brancheorganisaties. Op dit moment is er echter geen verwevenheid meer met deze organisaties en staat het Kifid onder direct toezicht van het Ministerie van Financiën.
Om een klacht bij het Kifid in behandeling te laten nemen moet de consument altijd eerst de interne klachtprocedure hebben doorlopen. De procedure bij het Kifid ziet er vervolgens als volgt uit:
Wanneer een consument een klacht heeft over de naleving van een van de in de branche geldende gedragscodes, dan kan het zijn dat het Kifid of de SKGZ deze klacht doorstuurt naar de Tuchtraad financiële dienstverlening.
SKGZ
Sinds 2008 kunnen consumenten met hun klachten over zorgverzekeringen terecht bij de SKGZ. De SKGZ kent twee organen:
Om een klacht in behandeling te laten nemen door de SKGZ moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan:
De consument komt eerst terecht bij de ombudsman. Zijn dienstverlening is gratis. Als de consument het niet eens is met de uitspraak van deze ombudsman, kan hij naar de geschillencommissie gaan. Deze behandeling door de geschillencommissie kost de klager € 37,-.