Wettelijk is vastgelegd dat een consumptief krediet verantwoord en passend moet zijn. Het te lenen bedrag moet aansluiten bij de financiële positie van de klant.
Vaste inkomsten zal een kredietaanbieder meetellen bij het vaststellen van het kredietbedrag, dit zijn:
Inkomsten met een specifiek doel of die onregelmatig zijn tellen niet mee, onder andere:
Begrippen
De klant die een lening afsluit is de kredietnemer en de kredietverstrekker is de kredietgever. Het bedrag dat de klant leent, heet de kredietsom. Voor de lening betaalt de klant een kredietvergoeding. Het totale bedrag dat de klant aan het eind van de looptijd heeft betaald, is het contractbedrag. Meestal betaalt de klant maandelijks een bedrag aan de kredietgever, het termijnbedrag.
Voorbeeld Marjolein (30 jaar) sluit een lening af (zij is kredietnemer) van € 5.000,- (kredietsom) met een looptijd van vierentwintig maanden. Ze doet dit bij de XYZ-bank (kredietverstrekker). Elke maand betaalt zij € 242,91 (termijnbedrag). Na vierentwintig maanden heeft ze € 5.829,84 (contractbedrag) betaald. De kredietvergoeding die ze heeft betaald, bedraagt € 829,84. |
Aflopend krediet
Een aflopend krediet is een krediet waarbij de lening gedurende de looptijd wordt afgelost. Na een bepaalde tijd is de lening afgelopen. Als de klant vervolgens weer geld wil lenen moet hij een neuwe lening afsluiten.
Kenmerken aflopend krediet: