Belasting in Nederland.
Belastingen in Nederland, een interessant onderwerp....! :)
Belastingen vormen het grootste deel van de inkomsten van de overheid. De balastingdienst is als onderdeel van het Ministerie van Financiën verantwoordelijk voor de inning van de belastingen.
In Nederland kunnen vier verschillende overheden belasting heffen:
Opdracht: Belastingen kun je onderverdelen in directe- en indirecte belastingen. => Geef van beide een voorbeeld en leg uit waarom hij tot die groep behoort!
Inkomstenbelasting
Over alle inkomen die we hebben moet inkomstenbelasting betaald worden. De belastingdienst verdeelt alle inkomsten over drie zogenaamde "boxen".
Inkomstenbelasing wordt geheven van natuurlijke personen die in Nederland wonen en natuurlijke personen die niet in Nederland wonen, maar wel een Nederlands inkomen hebben.
In principe doet iedereen individueel aangifte inkomstenbelasting. Een uitzoendering hierop zijn "fiscaal partners". Je kunt als fiscaal partners aangifte doen (dit biedt voordelen) wanneer:
Box 1
In Box 1 wordt het inkomen uit werk en woning belast. Dus:
Voor het verkrijgen van inkomen moeten soms ook kosten worden gemaakt. De overheid subsidieert bepaalde zaken door middel van het aftrekbaar maken van deze kosten. Zo kent Box 1 de volgende aftrekposten:
Het inkomen dat valt in box 1 kent een progressief tarief. Dit betekent dat het % belasting dat moet worden betaald hoger wordt naar mate er meer verdiend wordt.
Opdracht:
Jan (46 jaar) heeft in box 1 voor 2015 de onderstaande inkomsten en aftrekposten:
Te betalen of te ontvangen belasting wordt altijd in het voordeel van de klant naar boven- of beneden afgerond op hele Euro's!
Box 2
Wanneer iemand meer dan 5% van de aandelen van een BV of NV bezit, spreken we van "aanmerkelijk belang". De inkomsten hieruit worden belast in box 2. Deze inkomsten bestaan uit:
De inkomsten in box 2 worden belast met het tarief van 25%. Dit tarief is niet progressief.
Box 3
In box 3 wordt het inkomen uit vermogen belast. De overheid gaat er namelijk van uit dat vermogen ook inkomen genereert. Denk maar aan rente en dividend.
Het in box 3 belaste vermogen bestaat uit:
Zaken als bijvoorbeeld kostbare kunst, een dure auto of boot vallen ook niet onder box 3, tenzij deze worden aangehouden puur als belegging.
Het spaargeld van minderjarige kinderen wordt bij het vermogen van de ouders opgeteld.
Hoe wordt box 3 belast?
De overheid gaat er van uit dat er op het vermogen een rendement behaald wordt van 4%. Dit rendement wordt belast met het tarief van 30%. Dit betekent per saldo dus dat het vermogen wordt belast met 1,2%. Dit is al jaren meer dan de rente op een spaarrekening!! Daarom staat dit belastingtarief al lange tijd ter discussie....
Opdracht: Bestudeer de voorbeeldberekening voor de belasting in box 3 op pagina 89 van Welten.
Wanneer iemand belegt in door de overheid fiscaal erkende "groene fondsen" geldt hiervoor een vrijstelling voor box 3.
Er is ook een vrijstelling voor uitvaartverzekeringen en contant geld (tot max. € 500,-)
Persoonsgebonden aftrek
Soms heeft een belastingplichtige een aftrekpost als gevolg van een persoonlijke situatie. Hierbij moet je denken aan bijvoorbeeld:
Bovenstaande kosten mag je in mindering brengen op je belastbaar inkomen. Hierbij verreken je eerst met box1, daarna met box 3 en als laatste met box 2.
Heffingskorting
Kijk en luister eens naar deze uitleg over heffingskortingen:
Heffingskorting, het zit hem al in de naam, is een korting op de belastingheffing. Deze korting wordt helemaal op het laatst toegepast!
We kennen onder andere de volgende heffingskortingen:
De eigen woning en de fiscus
Een eigen woning heeft positieve- en negatieve gevolgen voor de vaststelling van het belastbaar inkomen. Voordat een pand als eigen woning kan worden gerekend moet aan twee voorwaarden zijn voldaan:
Een eigen woning geeft "positieve- en negatieve inkomsten", die worden verrekend in box 1.
"Bijleenregeling": Als je een huis verkoopt met overwaarde, en je koopt binnen drie jaar een ander shuis, dan moet je deze behaalde overwaarde in het nieuwe huis steken. Anders is de nieuwe hypotheek niet geheel aftrekbaar.
Voorbeeld:
Tom (42 jaar) heeft een eigen woning. Hij heeft een hypothecaire lening op deze woning van € 200.000,-. Tom verkoopt deze woning vervolgens voor € 280.000,-. Tom realiseert een overwaarde van € 80.000,-. Tom koopt vervolgens een andere woning van € 240.000,-.
Als hij hiervoor een nieuwe hypothecaire lening aan zou gaan van € 240.000,-, is de rente hierover
niet volledig aftrekbaar ondanks het feit dat hij deze lening aangaat voor aanschaf van een eigen
woning. Hij heeft immers een vervreemdingssaldo of eigenwoningreserve van € 80.000,- dat hij
eerst moet ‘opmaken’. Hij kan voor deze nieuwe woning wel een lening krijgen in box 1 van
€ 160.000,- (€ 240.000,- -/- € 80.000,-).
Fiscaal aantrekkelijk sparen
Er zijn vier mogelijkheden waarop fiscaal aantrekkelijk gespaard kan worden. Het vermogen dat iemand opbouwt wordt dan niet (in box 3) belast!
Schenkingen
Je hoeft niet over ieder cadeautje dat je ontvangt belasting te betalen...., maar over een grote schenking wel!
De exacte schenkebasting kun je berekenen met de rekenhulp van de belastingdienst:http://www.belastingdienst.nl/rekenhulpen/schenkbelasting/
Opdracht => Je ontvangt in 2015 een bedrag van € 65.000,- van je vader. Hoeveel schenkbelasting moet jij daarover betalen?
De vrijstellingen voor de schenkbelasting zijn opgenomen in "Facts & figures" van Welten.
Opdracht => Sta het "Facts & figures" document als PDF op je bureaublad op.
Erfbelasting
Als er een erfenis te verdelen is, dan betalen de erfgenamen daarover erfbelasting. De tarieven voor erfbelasting en schenkbelasting (hiervoor behandeld) zijn gelijk. (Check Facts & Figures!)
Opdracht => bestudeer de voorbeelden op pagina 99 en 100 van Welten
Schenkingen aan een "Algemeen Nut Beogende Instelling" (ANBI) zijn geheel vrijgesteld van schenk- en erfbelasting.