Schuim is de eerste keus bij vloeistofbranden.
Het vloeit over de vloestof heen en bedekt het zodat de zuurstof afgesloten wordt.
De primaire bluswerking is dus zuurstof afsluiten.
Het blusmiddel bestaat uit water en schuimvormend middel. (AFF, "A tripple F", Aqueous Film Forming Foam.)
Door het water koelt het dus ook, hetgeen de secundaire bluswerking is.
Het schuim kan door wind wegwaaien.
Op die plekken kan de vloeistof door zelfontbranding weer gaan branden.
Wanneer de wind wegvalt zal (bij voldoende toegevoegd schuim) die plek weer dichttrekken en weer doven.
Blussen met schuim. Bron YouTube. M. Jacobs NP E&M via Veligheidsinstituut van de Provincie Antwerpen.
De meeste schuimblussers kunnen ook voor elektrabranden gebruikt worden.
Check hiervoor de nozzle.
Zien we een gesloten nozzle met kleine gaatjes of spleetjes dan kan de blusser voor elektra gebruikt worden. In de nozzle zit dan een sneldraaiend schoepje of een ander systeem dat de straal in miniscuul kleine stukjes hakt.
Zien we gewoon een pijpje, dan is hij ongeschikt. Stel je vult een maatkan met water en doet er een scheut afwasmiddel bij. Tevens is een geschikte blusser te herkennen aan het woordje SPROEIschuimblusser.
|
De Worplengte van een schuimblusser is zo'n 5 - 7 meter.
Je kan dus van veilige afstand met schuim blussen.
Mocht het vuur zo heet zijn dat je nog meer afstand nodig hebt, ga dan met behulp van een brandslang combiblussen.
Je spuit dan schuim op de straal van de brandslang.
De straal van de brandslang neemt het schuim dan mee.
Het schuim wordt dan weliswaar verdund, maar je hebt in elk geval nog iets.
BESEF: Je kan dan geen "E" brand meer blussen!!
Met een schuimblusser wil je het schuim over de brandende vloeistof laten vloeien.
Richt, als het mogelijk is, op een plat vlak achter de brand, zodat het schuim daar vandaan over het brandende materiaal kan vloeien en kan afdekken.
Zou je in het brandende (vloeibare) materiaal spuiten dan heb je kans dat het opspat en zo verspreidt.
Als de blusser bijna leeg is merk je dit doordat de straal minder dicht wordt, en het schuim vloeit minder goed uit.
Sommige schuimblussers hebben groene hendels.
Dit is niet de kleurcode.
Het betekent dat het schuim van bioafbreekbaar materiaal is.
Zelfs bij brand is het milieu van belang.
De mate van het lucht - water - schuimvormend middel mengsel bepaald met wat voor soort schuim we te maken hebben.
Er bestaan 3 soorten schuim, afhankelijk van de verhouding lucht, water en schuimvormend middel: het "schuimgetal".
Zwaar schuim: weinig lucht toegevoegd, veel schuim. Schuimgetal +/- 1 :20
+ Zeer goed afdekkend.
+ Meer worplengte, dus grotere afstand tot brand mogelijk.
+ Plakt goed aan het brandend materiaal.
- Bedekt een kleiner gebied , dus meer schuim nodig voor
hetzelfde oppervlak.
- Jerrycan met schuimvormend middel is in tijd van een zucht
leeg. (+/- 10 seconden)
Zwaar schuim gebruiken we dus het liefst bij branden waar vertikale vlakken betrokken zijn.
Een brand, geblust met zwaar schuim.
Middelzwaar schuim:
Dit schuim haalt van de voor en nadelen allebei een beetje af.
Dus de voordelen én de nadelen worden minder.
Schuimgetal: is ongeveer 20 : 200
Extincteurs zijn doorgaans gevuld met AFFF van het middelzwaar type.
Licht schuim: Verhouding 200:1200
+ Met relatief weinig schuimmiddel groot oppervlak te
bedekken.
+ Vloeit makkelijk uit over brandende vloeistoffen
- Beperkte worplengte
- (Iets) minder goede blussende werkin omdat het minder
"kleeft"aan het brandende materiaal.
Licht schuim is dus het best toepasbare middel op vloeistofbranden.
(Dit schuim ken je misschien ook wel van schuimparties in clubs.)
Schuimkanon voor middelzwaar en licht schuim
Je bent misschien geneigd te denken: groot kanon, dus zwaar, dus zwaar schuim.
Maar doordat het kanon groot is, heeft hij een grote diffusor, komt er veel lucht bij het mengsel en wordt het dus middelzwaar of licht schuim.
Of het middelzwaar of licht schuim wordt bepaal je met de hoeveelheid toegevoegde schuimvormend middel, hetgeen je met de tussenmenger bepaalt.