Als je in een bepaald gebied beheer moet uitvoeren, moet je weten met welk soort landschap je te maken hebt. Er zijn in Nederland bos-, polder-, weide-, meren-, rivieren-, heide- en duinlandschappen. Elk soort landschap heeft een ander soort beheer nodig. Een landschap kun je herkennen aan zijn typische kenmerken.
Lees de theorie en maak de vragen.
Volg de aanwijzingen in de opdracht.
Lees de theorie en volg de instructie in de opdracht.
Lees de theorie en volg de instructie in de opdracht.
Lees de theorie en volg de instructie in de opdracht.