Techniek

Gerard

De techniek achter het zonnepaneel

Zonnecellen
Een zonnepaneel bestaat uit minstens 72 zonnecellen die in een serie aaneengeschakeld zijn. Een zonnecel wordt gemaakt van een halfgeleidermateriaal, meestal silicium. Silicium is het hoofdbestanddeel van zand. Om van dit silicium een halfgeleider te maken, wordt er aan de bovenkant een laagje fosfor toegevoegd en aan de onderkant een laag borium (zie de pagina halfgeleiders voor meer uitleg). Het geheel wordt ter bescherming tussen twee glasplaten geplaatst.

Energie van de zon maakt elektronen los in het silicium. Hierdoor ontstaat spanning in een zonnecel. Door meerdere zonnecellen achter elkaar te schakelen in een zonnepaneel kan er stroom gaan lopen. Voor het opwekken van stroom hebben zonnepanelen niet per se direct zonlicht nodig. Ook op een bewolkte dag levert een zonnecel elektriciteit.

Zonnecellen hebben meestal een zwarte of blauwe coating. Ze zijn donker gekleurd omdat ze de zon dan niet reflecteren. Zonder coating zou een zonnecel werken als een spiegel en vrijwel geen zonne-energie kunnen vangen. Er bestaan wel panelen in andere kleuren (brons groen of paars). De opbrengst van deze gekleurde panelen is echter een tiende tot een kwart lager.