Hieronder kan je zien aan welke punten je moet voldoen voor een goed cijfer. Net als altijd gebruiken we hierbij onvoldoende, matig, voldoende en goed.
Opdracht |
Onvoldoende |
Matig |
Voldoende |
Goed |
1. Het reisverslag met de inleiding, de informatie en de plaatjes van de zeven moderne wereldwonderen |
Er staat bijna geen informatie in het reisverslag. Geen plaatjes gebruikt en er ontbreken dingen in het verslag. Heel erg slordig |
De informatie die is gebruikt klopt niet overal of er is te weinig informatie gegeven. Te weinig of onduidelijke plaatjes gebruikt. Een beetje slordig |
Het reisverslag ziet er netjes uit. Er staat goede informatie op, maar er had meer op gemogen. Mooie plaatjes gebruikt. |
Het reisverslag ziet er heel netjes uit. Veel goede informatie gegeven. Hele mooie plaatjes uitgekozen. |
2. De route op de wereldkaart |
Er is geen route gemaakt op de wereldkaart, of de verkeerde plaatsen staan aangekruist. |
De plaatsen zijn aangekruist op de wereldkaart, maar de route is onlogisch of slordig. |
De juiste plaatsen zijn aangekruist en er is een duidelijke route getekend. |
De juiste plaatsen zijn aangekruist en er is een duidelijke route getekend. Ook is er een stukje bijgeschreven waarom deze route zo handig is. |
3. Spelling en grammatica |
Heel veel spellingfouten en slechtlopende zinnen. |
Sommige woorden zijn verkeerd gespeld of verkeerd gebruikt. Ook kloppen hier en daar de zinnen niet. |
Bijna foutloos. Hier en daar maar kleine foutjes gemaakt. |
Geen spelfouten en de zinnen en alinea's kloppen. Punten, komma's, hoofdletters, het klopte allemaal. |