In een elektriciteitcentrale wordt een brandstof zoals aardgas of steenkool verbrand. De chemische energie wordt op deze manier omgezet in warmte. Met deze warmte wordt vervolgens water gekookt en de stoom die dat geeft laat vervolgens een turbine (een grote dynamo zoals op je fiets) draaien. Dit is dus kinetische energie. Het draaien van de turbine geeft tot slot elektriciteit.
Elektriciteit opwekken in de centrale
In het voorbeeld hierboven zie je dat één soort van energie omgezet kan worden in de andere soort. Dit is erg belangrijk omdat bepaalde soorten energie bijvoorbeeld slecht opgeslagen kan worden.
Bij het omzetten van energiesoorten geldt altijd de eerste wet van de thermodynamica: Energie kan nooit uit niets worden gemaakt of verdwijnen. Dus als een hoeveelheid steenkool bijvoorbeeld 500 kJ aan chemische energie bevatten, dan kan de hoeveelheid warmte nooit 550 kJ worden. En als er 500 kJ aan warmte zou zijn, dan kan er nooit minder dan 500 kJ aan andere energsiesoorten van gemaakt worden. Maar.. Niet alle warmte hoeft omgezet te worden in kinetische energie.. Meestal zal er naast de gewenste soort energie, ook een beetje van een andere soort ontstaan. Bij het draaien van de turbine zal er bijvoorbeeld een beetje wrijving zijn waardoor de turbine warm wordt. Niet alle energie van de stoom zal zo dus omgezet worden in elektrisciteit, maar ook een beetje warmte. Dus hoewel energie niet kan verdwijnen, kan het wel niet-nuttig worden omgezet. Dit heet verlies.
In onderstaande opdracht ga je op zoek naar manieren om energiesoorten in elkaar om te zetten en waar en wanneer er verlies kan optreden.