De onderdelen van een zonnestroominstallatie
Een netgekoppeld zonnestroomsysteem bestaat uit zonnepanelen, een montagesysteem, bekabeling, een omvormer en een koppeling aan het lichtnet via een kilowattuurmeter.
Korte beschrijving van de totale installatie De zonnepanelen (1) zijn met kabels aan elkaar gekoppeld. Het licht dat op de panelen valt wordt omgezet in gelijkstroom (DC). Deze stroom gaat naar de omvormer (2). Omvormers zetten de gelijkstroom om in wisselstroom (AC), de 230V netspanning waarop de meeste elektrische apparaten werken. Alle netgekoppelde omvormers zijn uitgerust met een Maximum Power Point (MPP) tracker. Dit is een regelsysteem dat de spanning van het zonnestroomsysteem zodanig instelt dat het systeem het maximaal haalbare vermogen levert. Van de omvormer loopt een kabel naar een stroomteller (3) en een zekering (4) in de meterkast. De stroomteller is geijkt, zodat exact zichtbaar is hoeveel stroom er wordt opgewekt. De opgewekte stroom wordt eerst gebruikt door de verbruikers in huis. Het teveel aan stroom wordt afgegeven aan het energienet. In dat laatste geval draait de hoofdteller achteruit (6).
|