Inleiding

Graanoogst, bron LTO noord

Akkerbouw voor de loonwerksector.

Je hebt waarschijnlijk gekozen voor de loonwerkopleiding, omdat je geïnteresseerd bent in techniek en het werken met machines. Jouw opdrachtgever, de veehouder of de akkerbouwer, is minder geïnteresseerd in de techniek, maar des te meer in de kwaliteit van het geleverde werk! Iedereen kent de voorbeelden wel uit de praktijk: een keer knoeiwerk afleveren en je bent weer een klant kwijt! Je moet dus weten, welke kwaliteitseisen gesteld worden aan de producten, waar je mee werkt.

Volgens het kwalificatiedossier moet je kennis hebben van grasland en mais en daarnaast ‘drie gewassen naar keuze’ uit de regio. Wij hebben gekozen voor aardappelteelt, suikerbietenteelt en de teelt van graan, in ons geval wintertarwe. Een deel van de leerlingen van de loonwerksector komt later te werken op een akkerbouwbedrijf en dan is het natuurlijk ook belangrijk, dat je basiskennis hebt van de teelt.

Voor het hele akkerbouwpakket hebben we 50 uur beschikbaar. Globaal 20 voor de aardappelen en 15 voor suikerbieten en 15 voor granen.

Voor elke teelt is een schoolopdracht gemaakt. Aan de hand van informatiebronnen loop je de belangrijkste zaken rondom de teelt door en verwerk je de kennis in de schoolopdracht. Daarnaast is er voor elke teelt een praktijkopdracht, die je maakt aan de hand van een concreet bedrijf. Je docent geeft aan, hoe de opdracht gemaakt wordt: individueel of in een klein groepje.

 

Veel succes met het doorwerken van de lesstof!

Wied Hendrix

AOC Oost

whendrix@aoc-oost.nl