Inhoud

Bij de inhoud van iets, bijvoorbeeld een emmer, gaat het erom hoe groot iets is of om hoeveel er van iets, bijvoorbeeld water of zand, in past. 

De meest voorkomende inhoudsmaat is liter. In de meeste pakken melk bijvoorbeeld gaat precies 1 liter melk. In een gewone emmer gaat 10 liter, dat betekent dat je 10 literpakken melk kunt leeggieten in een emmer en dan is die vol. 

 

Bij het berekenen van de inhoud heb je drie maten nodig: lengte, breedte en hoogte. Er staat dan ook een drietje boven de maat die je hebt gemeten bijvoorbeeld, m3.  (kubieke meter) 

Stel je hebt een bak van 1 meter lang, 1 meter breed en 1 meter hoog. 

De inhoud is dan 1 m x 1 m x 1 m = 1 m3.

 

Hieronder staat het deel van het metriek stelsel dat over de inhoud gaat:

Van m3 naar cm3 is 2 stappen naar rechts, dus 6 nullen erbij.

4 m3 = 4.000.000 cm3

Van m3 naar km3 is 3 stappen naar links, dus de komma 3 x 3 = 9 plaatsen naar links.

4.000 m3 = 0,000004 km3.

Als je hl omrekent naar l, zet je er 2 nullen bij.

6 hl = 600 l.

Als je l omrekent naar dl, zet je er 1 nul bij.

6 l = 60 dl.

als je cl omrekent naar l, plaats je de komma 2 plaatsen naar links.

6 cl = 0,06 l.