Stap 3B: Schrijf een scenario

Het schrijven van een scenario

 

Wat is een scenario?

Een scenario is een chronologische weergave (= de volgorde in de film) van de gebeurtenissen in een film. Deze gebeurtenissen zijn opgedeeld in scènes (vandaar het woord scenario). Een scène is een afgerond gedeelte van het verhaal. Zodra het verhaal zich verplaatst naar een andere plaats of een andere tijd, begint een nieuwe scène. Een scenario wordt ook wel een script genoemd.

 

Regels met betrekking tot scenario’s

Voor scenario’s gelden strakke regels. Voor films geldt bijvoorbeeld: 1 pagina scenario = 1 minuut film. Een scenario voor een speelfilm van anderhalf uur bevat dus 120 pagina’s. Iedere scène begint met de aanduiding van plaats en tijd.

Je begint met: plaats.

Dan INT of EXT, dat is interieur = binnen of exterieur = buiten

En tijd: ochtend, middag, avond of nacht

Bijvoorbeeld: Hal Centraal Station Amsterdam, INT, nacht.

 

Dialoog en regieaanwijzingen

De twee belangrijkste ingrediënten van een scène zijn: dialoog en regieaanwijzingen. De dialoog bevat gesproken woord. Omdat je in een film alleen maar kunt laten zien wat de personages zeggen en doen, kun je gedachten niet weergeven. In de dialoog wisselen de personages elkaar af. Zodra een personage opnieuw aan het woord komt, begint er een nieuwe regel.

In de regieaanwijzingen staan handelingen. “Loopt boos weg”, bijvoorbeeld. Of : “A. en B. staan te praten. C. komt aangerend en pakt B. bij de schouder.” Soms wordt er iets over de locatie (plaats van handeling) gezegd: “De hal van het CS is donker en verlaten. Achter het gordijntje van het pasfotohokje flitst plotseling licht.”

 

Nummers van de scenes

Iedere scene krijgt een nummer. Dat is uiteraard oplopend.

 

Het scenario leveren jullie in via Classroom. Pas als het is goedgekeurd mag je verder gaan met de film.

 

Voorbeeld van scenes uit een scenario:

 

SCENE 7

Huis Peter, EXT, ochtend

 

Peter staat met zijn fiets te wachten. Guus komt aangefietst.

 

GUUS:

Hoi, woon jij nu hier?

 

PETER:

Ja ik ben Peter. Wij zijn hier gisteren komen wonen.

 

GUUS:

Ga jij nu ook naar school?

 

PETER:

Ik begin vandaag op een nieuwe school, het Willem de Zwijgercollege.

 

GUUS:

Man, ik ook….welke klas zit je?

 

Guus en Peter fietsen samen weg.

 

 

 

SCENE 8

Natuurkundelokaal, INT, middag

 

Guus en Peter zitten samen een proef te doen. Je kunt zien dat ze het goed met elkaar kunnen vinden. Ze hebben duidelijk plezier samen.

Suzanne komt bij hun tafeltje staan.

 

SUZANNE:

Ik snap helemaal niets van deze proef. Jullie wel?

 

PETER:

Ons lukt het wel. Moet ik je helpen?

 

SUZANNE:

Graag! Kom je zo even naar ons tafeltje?

 

Suzanne geeft Peter een dikke knipoog en loopt weg.