1. Beschrijf hoe het economie van het land eruit ziet.
Zijn er arme mensen of heeft iedereen even veel geld of is iedereen rijk?
Welke munteenheid wordt er gebruikt?
Op welke manieren wordt er geld verdiend? (bijvoorbeeld aan de akkerbouw, aan de veeteelt, aan de bodemschatten, of iets anders waar geld mee te verdienen is)