In het vak bedrijfskunde leer je alles met betrekking tot het plannen, begroten, uittrekken van hoeveelheden van bouw -en infraprojecten. In de vorige periode (ontwerpfase) heb je kennis gemaakt met bedrijfskunde. Je hebt globale hoeveelheden berekend en een elementraming gemaakt in Excel. Na de ontwerpfase komt de bestekfase of contractfase. In deze fase ga je het definitief ontwerp (DO) technisch uitwerken in bestektekeningen. Als je de bestektekeningen hebt gemaakt ga je deze gebruiken om je bestek (= belangrijk onderdeel van het bouwcontract) te schrijven. In he bestek heb je heel gedetailleerd beschreven van welke (bouw)materialen het bouw/infrawerk wordt gemaakt en met welke materialen het gebouw/infrawerk afgewerkt wordt, welke installaties worden toegepast en welke vaste inrichtingen er komen. Natuurlijk wil je ook weten wat de kosten zijn om het bouw/infrawerk, wat je in het bestek hebt beschreven, te bouwen. Hiervoor maak je als opdrachtgever een Directiebegroting. Het bestek ga je aanbesteden, zodat aannemers kunnen inschrijven op het project. Aannemers maken hiervoor een inschrijfbegroting. De aannemer die met de laagste prijs inschrijft, krijgt meestal de opdracht. Een goede inschrijf-begroting is dus essentieel voor een aannemer. Hij moet immers steeds nieuwe projecten aannemen om de continuïteit van zijn bedrijf te waarborgen. Als een aannemer een bouw/infrawerk heeft aangenomen, start hij al snel met de werkvoor-bereiding. Belangrijk onderdeel daarbij is de inrichting van de bouwplaats. Een uitgebreide beschrijving van het bouwproces van een infra project kun je nalezen op: |
Hoofdthema |
Onderwerpen |
|
Calculeren |
|
|
Inrichting van de bouwplaats |
|
|
Contractvorming |
|
|
Bronnen:
Bestek: coflex\vakgebied en thema\bedrijfskunde\bestek en calculatie\soorten bestekken |
||
Toetsvorm: Kennistoets (minimaal 4,0) |