- Je kunt uitleggen hoe de mensen in Europa leefden voor de industriele revolutie.
- Je kunt drie oorzaken benoemen van de agrarische revolutie.
- Je kunt uitleggen wat de agrarische revolutie is.
- Je kunt drie oorzaken benoemen van de industriele revolutie.
- Je kunt uitleggen wat de industriele revolutie is.
- Je kunt uitleggen wat de wet van vraag en aanbod is.
- Je kunt uitleggen wat produceren is.
- Je kunt uitleggen wat productiefactoren zijn.
- Je kunt drie productiefactoren benoemen.
-
Je kunt uitleggen wat de arbeidsomstandigheden waren tijdens de industriele revolutie.
-
Je kunt het verschil uitleggen tussen geschoold werk en ongeschoold werk.
-
Je kunt uitleggen wat een krappe arbeidsmarkt is.
-
Je kunt uitleggen wat een gespannen arbeidsmarkt is.
-
Je weet waar het kinderwetje van Van Houten over gaat.
-
Je kunt twee dingen benoemen over de arbeidsomstandigheden van jongeren tegenwoordig.
-
Je kunt het minimunjeugdloon voor jongeren berekenen.
-
Je kunt uitleggen wat milieu is.
-
Je kunt uitleggen wat milieuvervuiling is.
-
Je kunt drie voorbeeld noemen en herkennen van milieuvervuiling.
-
Je kunt uitleggen wat milieu-uitputting is.
-
Je kunt drie voorbeeld noemen en herkennen van milieu-uitputting.
-
Je kunt uitleggen wat milieuaantasting is.
-
Je kunt drie voorbeeld noemen en herkennen van milieuaantasting.
-
Je kunt uitleggen hoe het broeikaseffect werkt.
-
Je kunt uitleggen hoe het versterkt broeikaseffect ontstaat.
-
Je kunt uitleggen wat een ecosysteem is.
-
Je kunt uitleggen wat de draagkracht van de aarde is.
-
Je kunt benoemen wat een politieke stroming is.
-
Je kan twee politieke stromingen benoemen.
-
Je kan de verschillende standpunten tussen beide politieke stromingen benoemen en aangeven rond het onderwerp ‘arbeiders’.