Door oorlogen met andere steden en staten, zoals Carthago en Macedoniƫ, kon Rome flink groeien. Door Julius Ceasar (bekend van Asterix en Obelix) kwamen delen van Afrika, Europa en het Midden Oosten onder bestuur van de Romeinen. Om ervoor te zorgen dat de nieuwe gebieden goed bereikbaar waren, bouwden de Romeinen goede wegennetwerken op. Hierdoor kon, net zoals bij de Grieken, de cultuur van de Romeinen verspreid worden in andere landen.
Ambacht en handel waren de belangrijkste bestaansmiddelen in het Romeinse Rijk. Er was dan ook een agrarisch-stedelijke samenleving. De combinatie van handel en goede wegen zorgden ervoor dat veel producten makkelijker verkrijgbaar waren voor de mensen.
Kijk naar het onderstaande filmpje om te zien hoe het Romeinse Rijk groeide