Woordpuzzel

Dit is een leuke maar effectieve samenvattingsopdracht. Deze opdracht is vooral gericht op de begrippen uit o.a. het boek. Daarnaast zijn er wat extra woorden die bij jullie algemene kennis, of de kennis van vorig jaar behoren. 

Jullie kunnen de afbeelding overnemen zodat je hem makkelijker kan invullen:
Rechtermuisknop op de afbeelding en dan 'Opslaan als...'
Succes!

1.         Zand bij de kusten lozen om er zo voor te zorgen dat golven gebroken worden en dat het huidige strand niet verder wegspoelt.
2.         Afkorting voor het Nieuw Amsterdamse Peil.
3.         Een speciaal gegraven geul die bij een hoge waterstand vol loopt en zo het water alsnog af kan voeren, om zo de druk op de rivier te verminderen.
4.         Zanddumping wordt bijna altijd met de …. gedaan.
5.         Elke bodem in Nederland heeft last van ……….., daardoor stijgt de relatieve zeespiegelstijging.
6.         Gebieden die drooggelegd zijn en daarna omringd met dijken, deze houden het gebied droog en bewoonbaar.
7.         Al het water in de grond wordt ook wel het ………. genoemd.
8.         Veel mensen verloren hun …… door waterschade tijdens de ramp in 1952
9.         De overheidsinstantie die gaat over het watermanagement.
10.       De …….. heeft zelf weinig invloed over het watermanagement. Daarvoor is speciaal het RWS opgericht.
11.        Een …. is een verhoging die het water tegen moet houden bij hoogwater of overstromingen.
12.        Het ……. heeft een heel erg grote invloed op de zeespiegel. Door een verandering in het …….. stijgt de zeespiegel alleen nog maar sneller.
13.        Het gebied dat zijn water via de rivier afvoert heet het ………… van een rivier.
14.        Nederland moet ………….. samenwerken met andere landen om de problemen van dreigend water tegen te gaan.
15.        In 1952 was er de zogenoemde …………..
16.        Op een dag wordt het aan zee 2x .., waardoor het water een erg lage stand heeft.
17.        Nederland treft veel ……….. om het water tegen te houden. Een van die ……….. zijn de deltawerken
18.        Op een dag wordt het aan zee 2x ….., waardoor het water een erg hoge stand heeft.
19.        Nederland heeft heel erg veel last van het dreigende …..
20.        De …. is een internationale rivier in Nederland en is daarom erg belangrijk voor de afvoer van enorm veel water

21.        Naast de overheid spelen ook de ……. een erg belangrijke rol in het watermanagement.
22.        De …. is een internationale rivier in Nederland en is daarom erg belangrijk voor de afvoer van enorm veel water
23.        Nederland krijgt steeds meer last van ………., dat houdt in dat er telkens zout water over land stroomt en vervolgens het weer afspoelt. Het zout    blijft over en dit veroorzaakt veel problemen.