Het maakt voor een boer, tuinder of tuinier, biologisch of regulier, nogal wat uit op wat voor grond hij/zij ‘boert’. Klei geldt van oudsher als vruchtbare grond, zand is uitgesproken mager.
Pas aan het eind van de 19e eeuw kon dit verschil minder worden, doordat kunstmest toen redelijk goedkoop beschikbaar kwam.
Dat grote verschil wordt veroorzaakt door drie zaken:
Klei houdt veel langer water vast dan zand. Dat betekent dat juist in de zomer, waarin planten de meeste groei vertonen, vocht beschikbaar is.
Klei levert bij de verwering, die langzaam verloopt maar wel altijd doorgaat, stoffen die planten gebruiken voor hun groei.
Klei heeft een groot adsorptievermogen. Wat dat betekent, ga je bestuderen in het volgende practicum.