Activiteit 4 (7)

Deze proeven maken het aannemelijk dat in kopersulfaatoplossing twee ‘delen’ aanwezig zijn die elk een eigen kant op gaan als er een plus- en een minpool in de oplossing gestoken worden.

Het ligt voor de hand aan te nemen dat die twee delen respectievelijk positief en negatief geladen zijn omdat ze allebei hun eigen kant op gaan zodra de spanningsbron wordt aangesloten.

Die twee componenten van kopersulfaat kunnen blijkbaar los van elkaar hun eigen gang gaan. Ze zijn onafhankelijk, autonoom.

Maak de opdrachten 15 t/m 20 in het duoboekje. Vergelijk jullie antwoorden met een ander duo.

Bestudeer nu de samenvatting. Maak vervolgens een tekening waarin je weergeeft hoe jij je een oplossing van ionen voorstelt.


Oplossingen van zouten in water geleiden stroom. Oplossingen van zuren doen dat ook. We noemen zulke stoffen elektrolyten. De manier waarop stroom door een elektrolyt-oplossing loopt, verschilt nogal van wat er gebeurt bij stroom door een metaaldraad.


Als een zout in water oplost ontstaan twee delen die we ionen noemen. (Het woord ionen zou je kunnen vertalen als: reizigers). Die naam krijgen de twee delen omdat ze gaan bewegen zodra een plus- en een minpool in de oplossing worden gebracht. We weten daardoor ook dat deze delen elk elektrisch geladen zijn, de ene positief en de andere negatief, doordat ze elk op weg gaan naar een bepaalde pool, de ene naar de positieve, de andere naar de negatieve. Deze delen kunnen blijkbaar onafhankelijk van elkaar reageren. Ze zijn vrij van elkaar. We noemen ze vrije ionen. Als we ervan uitgaan dat alle materie uit atomen en moleculen bestaat - en dat doen alle chemici - ligt het voor de hand aan te nemen dat die bewegende dingen, de ionen, deeltjes zijn. Ionen zijn dus atomen en/of moleculen met een elektrische lading.


Maak opdracht 21 in het duoboekje.