Het Romeinse Rijk heeft veel strijd moeten leveren om te blijven bestaan, zo waren er in het jaar 9 en 69 n.Chr. grote opstanden. In 410 n.Chr. wist Alarik een leider van een volk buiten het Romeinse Rijk, de Visigoten, helemaal tot Rome te komen. Gelukkig konden de romeinen hem na drie dagen plunderend door Rome heen te verslaan. Uiteindelijk, met de inval van Odoacar de leider van de Hunnen, is het Romeinse Rijk in 476 n.Chr. ten onder gegaan. Dit heeft verschillende oorzaken, de belangrijkste zijn:
1. Volksverhuizingen: Volkeren buiten het Romeinse Rijk waren de hele tijd in oorlog met de romeinen. Zij wilden graag delen van het rijk veroveren om daar zelf te kunnen wonen.
2. Burgeroorlogen: De romeinen moeten steeds meer belasting betalen om de oorlogen van de keizer te betalen, hier waren zij ontevreden over en komen daarom regelmatig in opstand.
3. Het leger: Veel soldaten in het leger kwamen uit veroverde gebieden, deze mannen moesten vaak verplicht het leger in. Dit maakte het leger zwakker.
4. Corruptie: Veel gouverneurs waren corrupt geworden. Belastinggeld voor het rijk werd in hun eigen zak gestoken.
5. Onderlinge strijd tussen machtshebbers: Er was jarenlang een strijd om wie de keizer moesten worden. Hierdoor werden er geregeld keizers afgezet en weer een nieuwe keizer aangesteld.
Opdracht 18:
Kopieer het schema naar je Word-document en geef een uitleg van de begrippen.
Volksverhuizingen | |
Burgeroorlogen | |
Corruptie |
Opdracht 19:
Bekijk het filmpje over het einde van het Romeinse Rijk.
http://www.schooltv.nl/video/welkom-bij-de-romeinen/#q=welkom%20bij%20de%20romeinen