In Italiƫ aan de rivier de Tiber ligt een klein dorpje: Rome. Dit dorpje wordt steeds groter en groter, dat je het eigenlijk helemaal geen dorpje meer kan noemen maar een land. Ook beginnen de inwoners met het veroveren van andere gebieden hierdoor word het land zo groot dat we uiteindelijk spreken van het Romeinse Rijk.
Er bestaat ook een mythe over hoe het Romeinse Rijk is ontstaan, die van Romulus en Remus:
Het Romeinse Rijk werd bestuurd door een keizer, hij besloot alles alleen. Hij kreeg wel hulp van de senaat, dit was een groep van wijze mannen benoemd door de keizer. Deze senatoren stonden hem bij met advies. Het rijk te groot werd om in zijn geheel te besturen, daarom werd het opgedeelt in provincies. In elke provincie werkten ambtenaren onder leiding van een gouverneur, deze gourverneur was namens de keizer de baas over de provincie. De gourverneur moet wel verslag uitbrengen naar de keizer over hoe het ging in de provincie en mocht grote beslissingen niet zelf maken.
De gebieden die verovert werden door de romeinen werden vaak een bondgenoot van de romeinen. Dit deden de romeinen om opstanden in de toekomst te verkomen. Ze maakten afspraken met de mensen die in dit gebied woonden:
Uitbreiding van het Romeinse Rijk van 380 v.Chr. tot 117 n.Chr.
Opdracht 5:
Kopieer het schema naar je Word-document en geef een omschrijving van de begrippen.
Keizer | |
Senaat | |
Senatoren | |
Ambtenaren | |
Gouverneur | |
Bondgenoot |
Opdracht 6:
Bekijk bron 2.07 op blz. 31 van je boek en noteer de antwoorden van de vragen in je Word-document.
a. Wie is de hoogste leider in het Romeinse Rijk?
b. Van wie krijgt de leider advies?
c. Wie helpt de leider met het besturen van de provincies?
d. Door wie word deze persoon van vraag C bijgestaan?
e. Wie beschermen het rijk?
f. Wie staan er onderaan en wat is hun belangrijkste taak?
Opdracht 7:
Bekijk het plaatje over de uitbreiding van het Romeinse Rijk en noteer de antwoorden van de vragen in je Word-document.
a. Met welk land begon het rijk?
b. In welke periode kwamen Spanje en Griekenland bij het rijk?
c. In welke periode kwam Nederland bij het rijk.
d. Welke landen kwamen er in dezelfde periode als Nederland bij het rijk?
e. In welke periode kwam het onderste gedeelte van Engeland en het noord-westelijke stukje van Afrika bij het rijk?
f. Hoeveel jaar heeft het geduurd tot dat het rijk was zoals het op zijn grootst was?