Temperatuur

Voor de temperatuur gebruik je in het dagelijks leven celcius. Dat is een hele logische schaal omdat de waarde voor de temperatuur buiten meestal tussen de -10 en + 30 liggen. Als het onder de nul is weet je zonder te rekenen ook meteen dat het vriest. 

Voor de wetenschap wordt een andere schaal gebruikt. Kelvin. Deze schaal staat ook in je binas. 

Temperatuur is namelijk een maat voor hoe snel deeltjes trillen. Als je de deeltjes niet meer trillen hebben ze geen warmte-energie meer en kunnen ze ook niet meer verder afkoelen. Dit gebeurt bij -273 graden Celcius. Kelvin is hier begonnen met tellen en dit is dus 0 Kelvin (bij kelvin gebruik je geen graden). De temperatuur in kelvin schelen dus 273 graden. Weet je de tempetuur in celcius, dan moet je er 273 bij optellen om Kelvin te weten. Een negatieve temperatuur in Kelvin bestaat niet. 

Voorbeeld. 100 0C =373 K  (100 + 273)

                 293 K = 20 0C  (293 - 273)