oefenen met de werkwoorden

Klik op de link hieronder en volg de stappen 

1. Kies de tijden

Présent
Futur Proche
Passé Composé
Imparfait
Futur

 

2.  Kies de onregelmatige werkwoorden

Avoir    Être     

Faire    dormir

Prendre  sortir

Aller        partir

Vouloir    pouvoir

savoir

 

 

3. Kies  de regelmatige -er, -ir, -re en evoir

4. klik op confirmer en begin met oefenen.

en nu oefenen met de werkwoorden