Paragraaf 2 - Wat kun je doen?
Aan het einde van deze paragraaf heb je de volgende dingen geleerd:
-
Welke verschillende functies er binnen een bedrijf kunnen zijn.
-
Hoe een organisatieschema of organogram van een bedrijf eruit ziet.
-
Hoe je zelf een organogram moet maken.
-
Ken je het verschil tussen een werkgever en een werknemer
-
Weet je wat de arbeidstijdenwet is en wat daar in staat.
-
Kan je omschrijven wat goede arbeidsomstandigheden zijn.
Arbeidstijdenwet
Arbeidsomstandigheden
Lees nu paragraaf 4.2 op bladzijde 108 van je boek. Maak daarna opgaven 12 t/m 18 van paragraaf 4.2
Wanneer je de opgaven af hebt, laat je dit aan de docent zien. Pas DAARNA ga je nakijken!
Antwoorden paragraaf 4.2