muziek

 

Activiteit

Liedjes zingen aangevuld met een muziekactiviteit.

 

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er in je map per “bouw”(onderbouw, middenbouw, bovenbouw) drie liedjes in je map (dus totaal 9 liedjes), op een A4’tje met de titel van het liedje en de artiest.
Ook voeg je per bouw een extra muziekactiviteit (geen zingen) die je kort omschrijft (dus drie activiteiten). Om de activiteit te omschrijven kun je dit schema gebruiken (activiteit, doelgroep, doel enz.).

Doelgroep

Schoolkinderen
 

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).

 

Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).

 

De teksten stimuleren de fantasie.

 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Liedjes; de teksten, eventueel de akkoorden/noten voor als je de kinderen wilt begeleiden op een instrument.

Eventuele andere instrumenten/benodigdheden die je nodig hebt bij een bedachte muziekactiviteit.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep. Niet te moeilijk/makkelijk qua (hoeveelheid en inhoud) tekst en passend qua toonhoogte (jongere kinderen: hogere noten). Zorg dat het inhoudelijk (thema) aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep.
 

Zorg dat je het lied zelf kent, hebt gehoord, hebt gezongen en dus kunt voorzingen, eventueel kunt begeleiden op een instrument.

Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar, bedenk hoe je het wilt uitvoeren en waarom (maak je groepjes? Waarom? Wie bij wie? Enz.)

Uitvoering

Leer de kinderen een lied. Vertel waar het over gaat. Laat het horen. Bespreek de tekst. Oefen het lied in korte stukjes. Zing voor, laat nazingen. Herhaal veel. Geef hoog- en laag (qua toonhoogte) aan d.m.v. handgebaren. Heb aandacht voor kinderen die het spannend vinden; motiveer ze, complimenteer ze, laat ze met z’n allen tegelijk zingen.

 

Voer de muziekactiviteit uit die je hebt bedacht voor de onder-, midden-, bovenbouw.

Variatie

Variatie op het lied:
Laat de kinderen de melodie neuriën (zonder tekst). Laat de kinderen het ritme klappen of spelen met instrumenten. Laat de leerlingen een nieuw couplet schrijven bij het lied/ een andere tekst bedenken op de melodie (geschikt voor bovenbouw).

 

Schoolkind-onderbouw.

1: Oya lele- van K3

2: Kabouterdans- van Kabouter Plop

3: Het is tijd voor Mega Mindy- van Mega Mindy

 

Activiteit

Zakdoekje leggen

Doelgroep

Schoolkinderen (onderbouw)
 

Doel

Actief bezig zijn met de kinderen

Benodigdheden

  • De tekst
  • Een zakdoek
  • Een groepje kinderen

Zakdoekje leggen, niemand zeggen,Kukeleku zo kraait de haan.Ik heb maar één paar schoenen aan,Één van stof en één van leer,Hier leg ik mijn zakdoekje neer.

Kijk voor je...
Kijk achter je...
Wie hem vindt, die mag me pakken 

Uitvoering

De kinderen zitten in een kring. Eén kind loopt buiten om de kring heen. Hij of zij heeft een zakdoekje (of een ander voorwerp) in de hand. De kinderen in de kring zingen het liedje "zakdoekje leggen niemand zeggen". De kinderen hebben hun hoofd voorovergebogen, zodat ze niet kunnen zien waar de zakdoeklegger is. Aan het eind van het lied legt het kind het voorwerp achter een kind dat in de kring zit. Dan wordt het volgende gezongen: Kijk voor je... Kijk achter je... Het kind, bij wie het voorwerp ligt, staat op en probeert de zakdoeklegger te tikken. Dat moet voordat de zakdoeklegger om de kring is gelopen en weer op zijn of haar eigen plaats is gaan zitten. Het spel eindigt als dat kind getikt wordt of op zijn eigen plaats gaat zitten. Het kind dat de zakdoek heeft gekregen, is de nieuwe zakdoeklegger

 


 

 

Schoolkind-middenbouw.

1: Ha, ha, ha, je vader- van Kinderen voor Kinderen

2: We hebben honger- van Ernst, Bobbie en de rest

3: Kusjes dag- van K3

 

Activiteit

Schipper mag ik over varen

Doelgroep

Schoolkinderen (middenbouw)
 

Doel

Actief, en behendig bezig zijn

Benodigdheden

  • Groepje kinderen
  • Songtekst

Schipper mag ik over varen?

Ja of nee…

Moet ik dan ook geld betalen?

Ja of nee…

Ja, hoe?

Uitvoering

Iedereen staat aan 1 kant van het terrein, behalve de ‘schipper’ deze staat in het midden.

De groep begint het liedje te zingen, en als de ‘schipper’ zegt dat ze geen geld hoeven te betalen mag de groep gewoon over naar de andere kant. Als de ‘schipper’ zegt dat ze wel geld moeten, bedenkt hij een opdracht bijv: huppelend.

Dan moet de groep huppelend over na de overkant, maar de ‘schipper’ moet iedereen tikken maar dat wel huppelend.

Ben je getikt dan moet je de ‘schipper’ helpen, niet getikt dan mag je door naar de volgende ronde.

 

 

 

 

Schoolkind-bovenbouw.

1: Bagagedrager- van Gers Pardoel

2: What makes you beautiful- van One direction

3: Rampeneren- van Ali B ft. Yes-R & the Partysquad 

 

Activiteit

James bond spel

Doelgroep

Schoolkinderen (bovenbouw)
 

Doel

Alle kinderen in beweging brengen

Benodigdheden

  • muziek: James Bond 007 Movie Theme Music.
  • 3 banken.
  • 2 dikke matten.
  • 10 zachte ballen.
  • 5 groene lintjes, 5 rode lintjes en 5 gele lintjes.
  • 2 kasten.
  • 20 houten blokjes (dienen als goudstaven).
  • kort.
  • 2 kleine matjes.

Uitvoering

  

Er is een groepje die James Bond zijn, zij bevinden zich op de grote dikke mat, in het midden van de zaal.  
Hun taak is om de boeven af te gooien die goudstaven proberen te stelen.  

  • Deze personen mogen niet van de dikke mat af! (James Bond)  

    De boeven  zijn het tweede groepje, zij moeten geld stelen en terug brengen naar hun eigen basis. Doormiddel van de verschillende attributen uit de berging kunnen hun zich daarachter schuilen.  

  • Zodra deze personen zijn afgegooid doe je je handen in de lucht en leggen ze het blokje (goudstaven) in de korf van James Bond, en ga je terug naar je eigen matje en ga je opnieuw.

  • Hebben ze hun hol bereikt dan is de goudstaaf voor de boeven.  

    Het derde groepje bestaat uit de politie mensen. Zij staan vrij in het veld om de gegooide ballen terug te gooien/brengen naar de James Bond personen op de dikke mat.   

  • Zorg ervoor dat deze personen niet de boeven  hinderen met lopen.   

    Als de muziek begint met spelen (James Bond lied) mogen de kinderen beginnen. Is het nummer afgelopen gaan de kinderen gelijk op de bank zitten en worden de punten geteld. Daarna kan je het spel nog een keer spelen, en iedereen een nieuwe rol geven.

 

ritme en melodie activiteit.

 

Activiteit

Ritmes tikken.

Ritmes tikken op woorden

Ritmes mee tikken met zinnen/rijmpjes/versjes/liedjes.

 

In de les laat ik samen met Robert en Daan een ritme zien op djembee en 3 noten balken. Daan en Robert hebben een ritme op de djembee, en ik zelf op de noten balken. Daan begint, daarna komt Robert er bij en als laatste ik.

 

Doelgroep

Peuter/kleuter/schoolkind/jongere/volwassene/oudere

Doel

Peuter/kleuter/jonge schoolkind:
Motorische ontwikkeling, ritme gevoel ontwikkelen, het begrip ‘maat’ en ‘in de maat mee tikken’ uitleggen. Kennis maken met verschillende ritmes en ritme-instrumenten.

Eventueel: taalontwikkeling.

 

Oudere schoolkind/jongere/volwassene/oudere:
Ritme gevoel ontwikkelen, het begrip ‘maat’ en ‘in de maat mee tikken’ uitleggen. Kennis maken met verschillende ritmes en ritme-instrumenten.

Benodigdheden

Het kan beginnen met klappen en uitgebreid worden met allerlei ritme instrumenten (zoals kleine percussie instrumenten: een rasp, sambabal, woodblocks, claves, traingel, tamboerijn, belletjes enz. of grotere zoals: djembe’s, conga’s bongo’s of een drumstel).

Plaats

Een ruimte waar lawaai gemaakt mag worden, waar genoeg plek is.

Voorbereiding

Zorg dat er een stilte-teken wordt afgesproken. Zorg dat de materialen zo opgesteld zijn dat er veilig mee gewerkt kan worden (voor de doelgroep en de instrumenten zelf). Zorg voor voorbeelden in schema’s en beeld (bijvoorbeeld pictogrammen).

Uitvoering

Je zet de materialen klaar. Je spreekt met de doelgroep af wat je gaat doen, hoe lang en welke regels er zijn.

 

Je legt de doelgroep iets uit over het begrip ‘ritme’ aan de hand van voorbeelden, voordoen.
Je laat de doelgroep ritmes mee klappen, tikken, trommelen (enz.). Ritmes kunnen mee getikt worden op woorden en lettergrepen van woorden, op zinnen, op de maat in een liedje enz.

Variatie

Je kunt de doelgroep scheiden in groepjes met verschillende ritme instrumenten die bijvoorbeeld hetzelfde ritme tikken, of dezelfde instrumenten die verschillende ritmes tikken, door elkaar, maar wat wel bij elkaar past/elkaar aanvult. Of dit alles combineren.

 

Activiteit

Een melodie of liedje spelen op een melodie instrument.

 

Ik heb Daan en Robert het begin stukje van liedje van adel geleerd, en deze laten wij in de les ook zien. Daan kan alleen de eerste 3 tonen dus zat deze steeds herhalend spelen, daar tussen spelen ik en Robert het stukje.

 

Doelgroep

Peuter/kleuter/schoolkind/jongere/volwassene/oudere

Doel

Peuter/kleuter/jonge schoolkind:
Motorische ontwikkeling, kennis maken met verschillende melodie instrumenten.

 

Oudere schoolkind/jongere/volwassene/oudere:
Motorische ontwikkeling, kennis maken met verschillende melodie instrumenten. Eventueel: noten leren spelen (en lezen/schrijven), akkoorden leren lezen en spelen.

Benodigdheden

Een piano/keyboard, gitaar.

Plaats

Een ruimte waar lawaai gemaakt mag worden, waar genoeg plek is.

Voorbereiding

Zorg dat er een stilte-teken wordt afgesproken. Zorg dat de materialen zo opgesteld zijn dat er veilig mee gewerkt kan worden (voor de doelgroep en de instrumenten zelf). Zorg voor voorbeelden in schema’s en beeld (bijvoorbeeld pictogrammen).

Uitvoering

Je zet de materialen klaar. Je spreekt met de doelgroep af wat je gaat doen, hoe lang en welke regels er zijn.

 

Je legt de doelgroep iets uit over het instrument en hoe deze te bespelen. Je doet voor en laat de doelgroep zelf proberen.
Je laat de doelgroep eventueel noten spelen, akkoorden spelen, meespelen met een liedje enz.

Variatie

Je kunt de doelgroep scheiden in groepjes met verschillende melodie instrumenten die bijvoorbeeld dezelfde melodie spelen, of dezelfde instrumenten die verschillende melodieën spelen, door elkaar, maar wat wel bij elkaar past/elkaar aanvult. Of dit alles combineren.