Persoonsvorm Je gaat hieronder oefenen met de persoonsvorm.
Let op! De volgende zinnen bevatten extra moeilijkheden:
In sommige zinnen staat geen persoonsvorm.
Voorbeeld: Tsjonge, wat een lastige zin zeg.
In sommige zinnen staan meerdere persoonsvormen.
Voorbeeld: Hij ging op weg maar draaide zich halverwege nog een keer om en zwaaide.
In sommige zinnen staan woorden die lijken op persoonsvormen, maar het niet zijn. Kijk dus goed of het wel een werkwoordsvorm is.
Voorbeeld: Ik zag mijn moeder druk met de was bezig. Was is hier geen vt van zijn, maar een zelfstandig naamwoord.