Vraag 1:
a.Waarom heeft een gletsjer vaak een grauwe kleur?
b.Hoe wordt het puin van een geltsjer genoemd?
c.Noem 2 kenmerken van een U-dal
Vraag 2:
a.Waarom is de Rijn een gemengde rivier?
b.In de bovenloop / benedenloop stroomt een rivier het snelst, waardoor de erosie daar kleiner/groter is.
c. Noteer twee kenmerken van een V-dal
Vraag 3: (bekijk in de atlas de kaarten Europa in de ijstijd)
a. In welke van de twee ijstijden heeft het ijs Nederland bereikt?
b. Wanner was dat ongeveer?
c. Werd heel Nederland toen bedekt door ijs?
d. Op beide kaartjes zie je dat de kustlijn toen veel verder weg lag dan nu. Hoe verklaar je dat?
Vraag 4:
Welk gevolgen heeft een gletsjer op het landschap?
Vraag 5: noteer de begrippen en definitie
Begrip: | Uitleg: |