Aan elkaar of los?

Samenstellingen worden in het Nederlands zo veel mogelijk aaneengeschreven.
pennenzak, eerstehulppost, schoolgebouw, eenrichtingsweg, donkerrood, reuzegroot, Antwerpsesteenweg.

Getallen beneden de 100 worden aaneengeschreven

  Drieëndertig, vijfentwintig

Veelvouden van 100 en duizend aan elkaar

  Driehonderd, Vierduizend zevenhonderd

 

Oefeningen:

1. CambiumNed

2. Schrijf je dit aan elkaar?

3. Wat is de juiste spelling?

4. Gatentekst

5. Maak samenstellingen

6. Schrijf de getallen voluit.

 

7. Deze oefening maak je in je schrift:

SCHRIJF AL OF NIET AANEEN

Voor oplossingen klik op volgende.

  1. Die Rode Kruis post zorgt voor de eerste hulp verlening
  2. Heb je al eens deel genomen aan het snel wandelen
  3. Ik had heel wat materiaal over; ik heb er over gedacht er aan mijn vriend te geven, maar wat heeft die er aan?
  4. Ik breng er mee voor jou, jij kunt er mee werken.
  5. We hebben hem ten minste vijf maal ontmoet, maar hij is ons telkens voorbij gelopen; zo’n voor de gek houderij kun je toch alles behalve beleefd noemen.
  6. Zo ten minste denken wij er over.
  7. Zij reisden in een eerste klas coupé.
  8. Hij wil er eens een dagje tussen uit.
  9. Die gummi slang ligt bij het aluminium raam.
  10. Er is wat met zijn rechter arm: zijn rechter voorarm zit in het gips.
  11. Is dat de Streuvels laan?
  12. Op die advertentie kregen ze 2632 (voluit) sollicitaties.
  13. Hij weet altijd alles behalve wat hem gevraagd wordt.
  14. Na het auto ongeval was hij verlamd.
  15. Kun je dat proces verbaal nog te niet doen?
  16. Te laat komen past niet, te laat komers zijn onbeleefd.
  17. De in bedrijf stelling moet wachten tot volgend jaar.
  18. Het KMI voorspelt voor morgen een hoge druk gebied en matige noord oosten wind.
  19. Wat is de maximum snelheid op de Franse autowegen?
  20. Hij heeft een standje gekregen van zijn oud leraar, van daar zijn hoog rode kleur.
  21. Eerst naar het post gebouw en van daar rijden we naar huis.
  22. Kun jij zo iets goed keuren?
  23. Ze kwamen te gelijker tijd aan.
  24. Er waren 4.356.532 (voluit) ingeschreven kiezers, waarvan slechts 2/3 hun stem
  25. uitbrachten.
  26. De inbreker werd op heter daad betrapt.
  27. Het atoom tijdperk is al lang bezig.
  28. Is hij al weer gevallen?
  29. Ik weet niet of dat hen zal tevreden stellen.
  30. Kent u een negentiende eeuwse schrijver?
  31. Hij ontsnapte ter nauwernood aan de verdrinkingsdood.
  32. Voor de eerste klassers is het geen voetbal training vandaag.
  33. Waarom toch altijd er om heen draaien?
  34. Ze keerden in aller ijl terug.
  35. Die firma zal 693 (voluit) mensen te werk stellen.