Om uitspraakproblemen te voorkomen worden trema's en apostrofs gebruikt.
Bij meervoudsvormen plaats je een trema bij woorden die eindigen op -ie of -ee, als de klemtoon op de laatste lettergreep valt of als het woord uit één lettergreep bestaat:
* genie - genieën * fee - feeën
* industrie - industrieën * slee - sleeën
In de andere gevallen schrijf je de uitgang -n. Je schrijft een trema om een verkeerde uitspraak te voorkomen.
* bacterie - bateriën * porie - poriën
Ook plaats je een trema als je twee klinkers verkeerd kunt uitspreken.
Voorbeeld:
officiële, maar : officieel
diëtiste, maar: dieet
Bij beantwoorden schrijf je dus geen trema, want dit kun je maar op één manier uitspreken.
Uitzonderingen:
museum, petroleum, elektricien, enz. Deze woorden hebben we uit vreemde talen overgenomen en krijgen dus geen trema.
Oefening liggend streepje en trema
Een apostrof gebruik je:
* om aan te geven dat je letters weglaat:
's zomers (des zomers), 't regent (het regent);
* in plaats van een s na een x of een s: Hans' boek, Max' jas;
* in woorden als: de a's, de x'en, havo'ers, PVDA'er.
* woorden die eindigen op -a, -i, -o, -u, en -y, krijgen in het meervoud ’s
► auto - auto's ► oma - oma's
► taxi taxi's ► menu - menu's
► baby - baby's ► lama - lama's
► cowboy - cowboys ► cadeau - cadeaus
Oefening E
Makkelijke oefening
Oefening F
Welke vorm is goed?
Oefening G
Kies de juiste vorm
Nu nog oefeningen met -en en -s door elkaar.
Oefening H
Alles door elkaar.