Een wederkerend voornaamwoord (wed.vnw.) is een voornaamwoord dat bij een wederkerend werkwoord hoort, zoals:
zich schamen. Ik schaam me. me = wed.vnw.
zich vergissen. Wij hebben ons vergist. ons = wed.vnw.
Het wederkerende voornaamwoord verwijst terug naar het onderwerp.
Onderwerp | Wederkerend werkwoord |
Wederkerend voornaamwoord |
Ik Jij U Hij/zij Wij Jullie Zij |
schaam schaamt schaamt schaamt schamen schamen schamen |
me je zich zich ons je zich |
Een wederkerig voornaamwoord (wdg.vnw.) geeft aan dat meerdere personen tegelijkertijd een wederzijdse handeling verrichten:
elkaar, mekaar, elkander
Het enige woordje dat een wederkerig voornaamwoord kan zijn is elkaar – samen met de varianten mekaar en elkander. (Mekaar is informeel, elkander formeel en verouderd.) Deze woorden zijn altijd wederkerig voornaamwoord.
Els en Isa knuffelen elkaar.
Elkaar = weg. vnw.
https://youtu.be/SmKfJu8nnl0
Oefening A: cambiumned
Oefening B: invuloefening
Oefening C: pers.vnw. - bez. vnw. - wed.vnw.
Oefening D: pers.vnw. - bez.vnw. - wed.vnw.
Twijfel je of het een persoonlijk, een bezittelijk of een wederkerend voornaamwoord is? Vervang dan de woorden door een hij-vorm. hij en hem = pers.vnw., zijn = bez.vnw. en zich = wed.vnw.
Bijvoorbeeld: Je vergist je in je broer: hij vergist zich in zijn broer.