Activiteit |
Ritmes tikken. Ritmes tikken op woorden Ritmes mee tikken met zinnen/rijmpjes/versjes/liedjes.
(Typ hier kort: wat heb je in de muziekles laten zien?)
|
Doelgroep |
Peuter/kleuter/schoolkind/jongere/volwassene/oudere |
Doel |
Peuter/kleuter/jonge schoolkind: Eventueel: taalontwikkeling.
Oudere schoolkind/jongere/volwassene/oudere: |
Benodigdheden |
Het kan beginnen met klappen en uitgebreid worden met allerlei ritme instrumenten (zoals kleine percussie instrumenten: een rasp, sambabal, woodblocks, claves, traingel, tamboerijn, belletjes enz. of grotere zoals: djembe’s, conga’s bongo’s of een drumstel). |
Plaats |
Een ruimte waar lawaai gemaakt mag worden, waar genoeg plek is. |
Voorbereiding |
Zorg dat er een stilte-teken wordt afgesproken. Zorg dat de materialen zo opgesteld zijn dat er veilig mee gewerkt kan worden (voor de doelgroep en de instrumenten zelf). Zorg voor voorbeelden in schema’s en beeld (bijvoorbeeld pictogrammen). |
Uitvoering |
Je zet de materialen klaar. Je spreekt met de doelgroep af wat je gaat doen, hoe lang en welke regels er zijn.
Je legt de doelgroep iets uit over het begrip ‘ritme’ aan de hand van voorbeelden, voordoen. |
Variatie |
Je kunt de doelgroep scheiden in groepjes met verschillende ritme instrumenten die bijvoorbeeld hetzelfde ritme tikken, of dezelfde instrumenten die verschillende ritmes tikken, door elkaar, maar wat wel bij elkaar past/elkaar aanvult. Of dit alles combineren. |
Activiteit |
Een melodie of liedje spelen op een melodie instrument.
(Typ hier kort: wat heb je in de muziekles laten zien?)
|
Doelgroep |
Peuter/kleuter/schoolkind/jongere/volwassene/oudere |
Doel |
Peuter/kleuter/jonge schoolkind:
Oudere schoolkind/jongere/volwassene/oudere: |
Benodigdheden |
Een piano/keyboard, gitaar. |
Plaats |
Een ruimte waar lawaai gemaakt mag worden, waar genoeg plek is. |
Voorbereiding |
Zorg dat er een stilte-teken wordt afgesproken. Zorg dat de materialen zo opgesteld zijn dat er veilig mee gewerkt kan worden (voor de doelgroep en de instrumenten zelf). Zorg voor voorbeelden in schema’s en beeld (bijvoorbeeld pictogrammen). |
Uitvoering |
Je zet de materialen klaar. Je spreekt met de doelgroep af wat je gaat doen, hoe lang en welke regels er zijn.
Je legt de doelgroep iets uit over het instrument en hoe deze te bespelen. Je doet voor en laat de doelgroep zelf proberen. |
Variatie |
Je kunt de doelgroep scheiden in groepjes met verschillende melodie instrumenten die bijvoorbeeld dezelfde melodie spelen, of dezelfde instrumenten die verschillende melodieën spelen, door elkaar, maar wat wel bij elkaar past/elkaar aanvult. Of dit alles combineren. |
Muziek
Ontwikkelingsfase: het schoolkind
Activiteit |
Liedjes zingen aangevuld met een muziekactiviteit.
Gekregen opdracht tijdens de les muziek: |
Doelgroep |
Schoolkinderen |
Doel |
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen. Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor. Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal. Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).
De teksten stimuleren de fantasie.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling). |
Benodigdheden |
Liedjes; de teksten, eventueel de akkoorden/noten voor als je de kinderen wilt begeleiden op een instrument. |
Plaats |
-
|
Voorbereiding |
Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep. Niet te moeilijk/makkelijk qua (hoeveelheid en inhoud) tekst en passend qua toonhoogte (jongere kinderen: hogere noten). Zorg dat het inhoudelijk (thema) aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep. Zorg dat je het lied zelf kent, hebt gehoord, hebt gezongen en dus kunt voorzingen, eventueel kunt begeleiden op een instrument. Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar, bedenk hoe je het wilt uitvoeren en waarom (maak je groepjes? Waarom? Wie bij wie? Enz.) |
Uitvoering |
Leer de kinderen een lied. Vertel waar het over gaat. Laat het horen. Bespreek de tekst. Oefen het lied in korte stukjes. Zing voor, laat nazingen. Herhaal veel. Geef hoog- en laag (qua toonhoogte) aan d.m.v. handgebaren. Heb aandacht voor kinderen die het spannend vinden; motiveer ze, complimenteer ze, laat ze met z’n allen tegelijk zingen.
Voer de muziekactiviteit uit die je hebt bedacht voor de onder-, midden-, bovenbouw. |
Variatie |
Variatie op het lied: |
Ontwikkelingsfase: het schoolkind / onderbouw
Activiteit |
Activiteit: Ritme nadoen. De juf klapt in een ritme in haar handen en de kinderen moeten dat proberen na te doen. |
Doelgroep |
Schoolkinderen, onderbouw |
Doel |
Het doel is om de kinderen te leren wat ritme is. |
Benodigdheden |
Stoelen
Een klas lokaal
Liedjes; de teksten, eventueel de akkoorden/noten voor als je de kinderen wilt begeleiden op een instrument.
|
Plaats |
Klas lokaal.
|
Voorbereiding |
Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep. Niet te moeilijk/makkelijk qua (hoeveelheid en inhoud) tekst en passend qua toonhoogte (jongere kinderen: hogere noten). Zorg dat het inhoudelijk (thema) aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep. Zorg dat je het lied zelf kent, hebt gehoord, hebt gezongen en dus kunt voorzingen, eventueel kunt begeleiden op een instrument. Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar, bedenk hoe je het wilt uitvoeren en waarom (maak je groepjes? Waarom? Wie bij wie? Enz.) |
Uitvoering |
Ga met de kinderen in de kring zitten. Wanneer er een liedje opgezet of gezongen wordt klapt de juf mee. Als de juf een naam roept van een kindje uit de groep dan neem die het ritme over. Lukt dit niet dan helpt de juf mee. |
Variatie |
Variatie op het lied: |
Muziek
Ontwikkelingsfase: het schoolkind / middenbouw
Activiteit |
Activiteit: Zelf muziek maken. Wat zijn deze instrumenten? |
Doelgroep |
Schoolkinderen, middenbouw |
Doel |
Het doel hiervan is dat schoolkinderen ook leren wat onbekende instrumenten zijn, zoals sambaballen, djembés etc. |
Benodigdheden |
Een muziek lokaal, heel wat instrumenten. Maakt niet uit wat voor als hete maar “onbekende” instrumenten zijn. |
Plaats |
Klaslokaal.
|
Voorbereiding |
Instrumenten klaar leggen en van te voren hebben georiënteerd over wat het instrument is en waar het vandaan komt, hoe je het kan bespelen etc. |
Uitvoering |
Laat de kinderen eerst op een plek zitten en vertel wat je gaat doen, vertel wat over een bepaald land van waar de instrumenten vandaan komen. Haal dan telkens een ander groepje naar voren om hun te laten voelen hoe het is om zo’n instrument te bespelen. Na een tijdje mogen zijn met deze instrumenten een sound maken. |
Variatie |
Variatie op het lied: |
Muziek
Ontwikkelingsfase: het schoolkind /bovenbouw
Activiteit |
Activiteit: Zelf een liedje maken. |
Doelgroep |
Schoolkinderen, bovenbouw. |
Doel |
Het doel is om wat oudere kinderen creatief bezig te laten zijn met muziek. |
Benodigdheden |
Meerdere ruimtes waar leerlingen bezig kunnen zijn en computers (om liedjes op te zoeken voor inspiratie) |
Plaats |
Klas lokaal.
|
Voorbereiding |
Zorg dat je goed verteld wat en hoe ze het moeten uitvoeren. Dus bedenk wat je wil zeggen. Maak een voorbeeld en laat dit dan ook zien.
|
Uitvoering |
Zet alle leerlingen in 1 lokaal. Vertel wat je wil gaan doen. Geef ze dan een bepaalde tijd wanneer zij met het liedje terug moeten komen. Zij mogen een beat van internet halen, maar krijgen meer punten als zij natuurlijk zelf 1 maken. Na 1 les mogen zij deze uitvoeren voor de klas.
|
Variatie |
Een rap maken i.p.v. lied.
|
9 Liedjes:
3 liedjes onderbouw
Kinderen voor kinderen – Hallo Wereld
K3 – de 3 biggetjes
Sesamstraat – lief lieveheersbeestje
3 liedjes middenbouw
Sesamstraat – 6 heksen
Anna Kendrick – The cupsong
Pulcino pio – Het Kuikentje Piep
3 liedjes bovenbouw
Miss montreal ft Nielson – Hoe
Kenny B – Parijs
Justin Bieber – What do you mean?