Je hebt nu een beeld gekregen hoe handelingen visueel gemaakt kunnen worden. Op een soortgelijke wijze worden de handelingen en de werkwijzes bij Intersnack beschreven. Daarbij wordt geen gebruikgemaakt van plaatjes, maar van symbolen. Elk symbool heeft een eigen betekenis, zodat het schema door iedereen gelezen kan worden.
Hieronder volgt een toelichting van de symbolen die in een stroomschema gebruikt worden. In het volgende hoofdstuk van deze wiki zullen we een stroomschema gaan opstellen.
1. Een stroomschema start en eindigt met een start-/ eindsymbool. Hierin staan over het algemeen de belangrijkste grondstof en het eindproduct vermeld. Het symbool kan ook gebruikt worden als een koppelingssymbool naar een ander stroomschema. In dat geval staat er een nummer in het symbool, dat aansluit op hetzelfde nummer in een ander stroomschema.
2. Daarna worden de processtappen/ handelingen weergegeven met het volgende symbool:
3. Grondstoffen, hulpstoffen, eindproduct of afvalproducten worden aangegeven met:
4. Controles tijdens het proces worden weergegeven met een controlesymbool:
5. Het nemen van een beslissing geef je weer met het volgende symbool.
6. Het bijsturen van het proces geef je weer met:
7. De gebruikte documenten worden met het volgende symbool weergegeven:
Dit symbool (nr. 7) wordt gebruikt voor gegevens, zoals: recepturen, productieorders, werkinstructies, registratieformulieren, etc.