Koopkracht is één van de belangrijkste kengetallen in de economie.
Koopkracht bepaalt de omvang van de bestedingen, bepaalt in belangrijke mate het consumentenvertrouwen, is leidend bij de CAO-onderhandelingen en staat centraal bij het opstellen van nieuw regeringsbeleid.
Maar bovenal: koopkracht is voor de consument de mate waarin hij/zij producten kan kopen.
Veranderingen in het reële loon zijn afhankelijk van twee factoren:
Een verandering van het reële loon is met de volgende formule uit te rekenen:
NIC / PIC * 100 = RI
Waarbij:
RIC = reele indexcijfer
NIC = nominale indexcijfer
PIC = prijsindexcijfer (inflatie)
Manier 1 – met de formule
Nominale inkomen – stijgt met 7,86% – NIC = 107,86 (LAAT DIT ONAFGEROND IN JE REKENMACHINE STAAN) Prijsverandering – stijgt met 3,75% – PIC = 103,75 Het reele loon is dus met 3,96% gestegen. |
2003 | 2004 | verandering |
Inkomen = €3.500,- Prijs = €35,- (verzonnen) |
Inkomen = €3.775,- (gegeven) Prijs = €36,3125 (+3,75%) |
|
Met dit inkomen en deze prijs, bedraagt de koopkracht: 100 stuks |
Met dit inkomen en deze prijs, bedraagt de koopkracht: 103,96 stuks |
Koopkracht nam toe van 100 stuks naar 103,96 stuks: + 3,96% |
NB. Prijs is zodanig gekozen dat koopkracht op 100 uitkomt (maar dat hoeft niet) |
NB. Doordat de koopkracht in de uitgangssituatie 100 bedroeg, kan de procentuele verandering zó worden afgelezen. Ander moet je de procentuele verandering uitrekenen (zie extra uitleg) |
Het verschil tussen nominaal en reeel: