Externe effecten

Externe effecten

Externe effecten zijn onbedoelde bijwerking van productie of consumptie die door anderen dan de veroorzaker worden ervaren.

 

De bijwerking kan zowel positief (positief extern effect) als negatief (negatief extern effect) zijn. Positief wil zeggen dat de welvaart door het externe effect toeneemt, negatief dat de welvaart daalt.
Omdat de veroorzaker (bij productie de producent) zélf niets merkt van het externe effect, is er ook geen reden om iets door te berekenen in de prijs.

Een veel gebruikt voorbeeld van een negatief extern effect is ‘milieuvervuiling bij productie’. Door de milieuvervuiling van een producent daalt de welvaart van anderen.

Andere voorbeelden zijn vandalisme rond voetbalwedstrijden (negatief extern effect) en het meeluisteren naar je de muziek van je buren als je in de tuin zit (negatief extern effect als het rotmuziek is, positief extern effect als je het leuke muziek vindt).

Nog een voorbeeld:
Reizen met een vliegtuig is slecht voor het milieu en veroorzaakt geluidoverlast. Omdat vliegmaatschappijen geen extra kosten hebben door deze milieuvervuiling, zullen ze deze milieuvervuiling ook niet in de vliegprijzen doorberekenen.
De uiteindelijke rekening van de vervuiling komt zodoende te liggen bij de hele maatschappij (⇒ maatschappelijke kosten).

Om de effecten tóch in de prijs te verwerken zal de overheid in een aantal gevallen, bijvoorbeeld met boetes of heffingen, de producent laten betalen voor de negatieve bijwerkingen. Dit is één van de weinige manieren om de externe effecten alsnog in de prijs te kunnen verwerken.

Coase-theorema (VWO)

 
Deze theorie stelt dat particuliere economische deelnemers het probleem van externe effecten onderling kunnen oplossen.
Bij een probleem van negatieve externe effecten, kan de veroorzaker van het probleem onderhandelen met het ‘slachtoffer’ en zo diens welvaartsverlies compenseren.

 

In Nederland zien we dit steeds vaker bij de bouw van windmolens op land. De bouwers van de windmolen onderhandelen met de bewoners over een financiële vergoeding voor de overlast. Op deze manier worden de bewoners gecompenseerd voor hun welvaartsverlies door het externe effect.

 

Collectieve goederen

Collectieve goederen zijn goederen die alleen door de overheid geleverd kunnen worden.

Dit zijn goederen die alleen door de overheid geleverd worden. De particuliere sector kan deze goederen niet leveren, omdat het goed niet leverbaar is in eenheden per persoon. Hierdoor is het onmogelijk het product aan individuele klanten te verkopen. Je kunt geen prijs per individuele gebruiker in rekening te brengen.

Bijvoorbeeld:

  1. Aanleggen van dijken – je kunt geen dijk per persoon verkopen (en je kunt wanbetalers niet uitsluiten van gebruik van de dijk als die er eenmaal ligt).
  1. Straatverlichting – je kunt niet per persoon een rekening sturen voor het gebruik van bepaalde straatverlichting (en wanbetalers het nut van de verlichting ontzeggen).
  1. Politie – je kunt openbare veiligheid niet per persoon leveren.

Conclusie:
je kunt geen prijs aan klanten bereken, dus moet het benodigde geld via de belastingen worden opgehaald. Dat kan/mag alleen de overheid.

 

Collectieve goederen: meeliftersgedrag en prisoners dilemma

Met behulp van de speltheorie kunnen we laten zien dat de totstandkoming van collectieve goederen in een vrije markt erg onwaarschijnlijk is.

We gebruiken een zeer simpel voorbeeld: ‘jij’ en ‘je buurman’ delen een steegje achter het huis dat heel donker is. Voor de veiligheid zou er verlichting moeten komen.

  • iedereen heeft “10” profijt van die verlichting
  • de verlichting kost in totaal “12”

We stellen daarvoor een opbrenmgstenmatrix op:

 netto profijt jij
wel bijdragen niet bijdragen
je buurman wel bijdragen 4 , 4 -2 , 10
niet bijdragen  10 , -2 0 , 0
 
 
Beide spelers hebben nu een dominante strategie. Namelijk ‘niet bijdragen’ (10 is meer dan 4 en 0 is meer dan -2).

 

 netto profijt jij
wel bijdragen niet bijdragen
je buurman wel bijdragen 4 , 4 -2 , 10
niet bijdragen  10 , -2 0 , 0

 

 
 
Het Nash-evenwicht is niet optimaal: er komt géén verlichting, terwijl beide spelers profijt hebben als die verlichting er wél komt.

 

Dit probleem wordt veroorzaakt doordat elke speler kan profiteren van de ander. Je kunt namelijk niet van het gebruik van de verlichting worden uitgesloten als je niet betaalt. Als de buurman de verlichting betaalt, kun jij er tóch gebruik van maken. We noemen dit meeliftersgedrag.