Agrarische revolutie
Aan de industriële revolutie ging de agrarische revolutie vooraf. Door technische verbeteringen steeg de arbeidsproductiviteit in de landbouw. Er werd meer en betere kwaliteit voedsel geproduceerd. Omdat er meer voedsel was, was er sprake van bevolkingsgroei.
De stijgendearbeidsproductiviteit maakte veel arbeiders overbodig. Er ontstond werkloosheid en dearmoede nam toe. Het overschotaan arbeidskrachten op het platteland maakte de industriële revolutie mede mogelijk. Er waren immers arbeiders genoeg die de fabrieken in de steden konden bemannen.
Hierboven wordt gesproken van een agrarische revolutie die aan de industriële revolutie vooraf gaat. Omschrijf de verandering die in die periode op het platteland plaatsvonden.
Denk aan veranderingen op het gebied van: