Overzicht en planning 6x2 lessen Werkplan,
Werkomschrijving en Werkplanning.
Algemeen:
Overzicht en planning v.d. lessen:
Het doel van deze lessenreeks is dat de leerlingen op 17-6-2016 (toets) aan de hand van een casus (gegevens en tekening(en)) een: Werkplan, Werkomschrijving en Werkplanning kunnen produceren.
De lessenreeks biedt de mogelijkheden om de lesstof zowel theoretisch als praktisch, te doorgronden en te oefenen volgens de ADSL-methode. Dit alles ter voorbereiding op de toets.
In de eerste twee lesuren zal de ADSL-manier gebruikt worden om de leerlingen met deze manier van lesgeven te laten kennismaken. In de vervolglessen zal de lesinhoud behandeld worden, steeds volgens de ADSL-methode.
Planning:
(De twee lesuren zijn telkens op de vrijdagen, het 3e en 4e lesuur.)
13-5: 1e lesuur: kennismaken met ADSL via oefen les
2e lesuur: voorkennis bepalen d.m.v. voorbeeldopdracht
20-5: 1e lesuur: Werkplan – werkmethode en tijdsduur vaststellen
2e lesuur: Werkplan – werkvolgorde en planning
27-5: 1e lesuur: Werkomschrijving en bestek – werkomschrijving
2e lesuur: Werkomschrijving en bestek – het bestek 1e deel
3-6: 1e lesuur: Werkomschrijving en bestek – het bestek 2e deel
2e lesuur: Werkplanning – werkplanning opstellen
10-6: 1e lesuur: Werkplanning – inzet van arbeid en materieel
2e lesuur: Oefentoets
17-6: 1e lesuur: ↘ TOETS
2e lesuur: ↗ TOETS
In de lessen zal gewerkt worden met werkvormen in de verschillende fasen van de les. De afwisseling in die werkvormen heeft steeds als doel om de lesinhoud zowel theoretisch als praktisch te doorgronden. De verschillende samenwerkingsopdrachten hebben een karakter dat het best omschreven kan worden als: “De leerlingen zijn positief, afhankelijk van elkaar tijdens de samenwerking.”
Voor iedere les zal het doel van die les duidelijk gemaakt worden aan de leerlingen. Die doelen zijn onderdeel van de toets. De toets zal bestaan uit vragen over het onderwerp van de lessenreeks en een casus. (zowel vragen als casus zal geoefend worden) De leerlingen kunnen per vraag in de toets zien hoeveel punten er voor de diverse vragen behaald kan worden. De casus zal zwaarder wegen dan de vragen. Het kunnen toepassen van de theorie weegt dus zwaarder dan de pure kennis over de theorie.
De vragen in de toets doen een beroep op: