Sommige samengestelde werkwoorden kun je splitsen. Ze zijn te scheiden in twee woorden.
Samengestelde werkwoorden kunnen scheidbaar of onscheidbaar zijn.
Scheidbare samengestelde werkwoorden zijn werkwoorden als:
ingrijpen, opnemen, instappen, opschrijven, ...
Onscheidbare samengestelde werkwoorden zijn werkwoorden als:
achtervolgen, ondervragen, mislukken, overleven, ...
Een splitsbaar werkwoord schrijf je aan elkaar als de delen van het werkwoord in dezelfde volgorde staan al het hele werkwoord.
Bijvoorbeeld: Mijn klok heeft nooit achtergelopen. Jouw klok liep achter.
Oefening 5: scheidbaar werkwoord of niet
Oefening 6: Vul de juiste vorm van het werkwoord in.