Stap2

Het lijdend voorwerp (LV) is een aanvulling op het werkwoordelijk gezegde.

Je vindt het lijdend voorwerp door de vraag te stellen:

wie/ wat + WG + O?

 

VB:  Bij de hardloopwedstrijden/ won/ hij/ de eerste prijs.

 

Wat heeft hij gewonnen? Antwoord: de eerste prijs.

Het lijdend voorwerp is dus: de eerste prijs.

 

 Het lijdend voorwerp tref je aan bij werkwoorden waar je iets of iemand voor kunt zetten:

iets zien, iets maken, iemand ontmoeten, iets/ iemand bekijken. 

 

LET OP: een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel!

 

OPDRACHT:

Kun je een aantal zinnen bedenken waarin geen lijdend voorwerp voorkomt?
Schrijf er minstens vijf in je schrift.