Het lijdend voorwerp (LV) is een aanvulling op het werkwoordelijk gezegde.
Je vindt het lijdend voorwerp door de vraag te stellen:
wie/ wat + WG + O?
VB: Bij de hardloopwedstrijden/ won/ hij/ de eerste prijs.
Wat heeft hij gewonnen? Antwoord: de eerste prijs.
Het lijdend voorwerp is dus: de eerste prijs.
Het lijdend voorwerp tref je aan bij werkwoorden waar je iets of iemand voor kunt zetten:
iets zien, iets maken, iemand ontmoeten, iets/ iemand bekijken.
LET OP: een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel!
OPDRACHT:
Kun je een aantal zinnen bedenken waarin geen lijdend voorwerp voorkomt?
Schrijf er minstens vijf in je schrift.