Stap3

Het werkwoordelijk gezegde - opmerkingen

 

 

Opmerking 1: Als een werkwoord gesplitst is, horen beide delen bij het werkwoordelijk gezegde.

Voorbeeld: Let maar niet op mij. wg= let op

Opmerking 2: Bij sommige werkwoorden hoort altijd een wederkerend voornaamwoord. Dat woord hoort dan bij het werkwoordelijk gezegde.

Voorbeeld: Hij vergist zich in deze som. wg= vergist zich

Verzin bij iedere opmerking hierboven een ander voorbeeld (schrijf deze weer op in je schrift).

 

 

  1. Voorbeeld opmerking 1: ........................
  2. Voorbeeld opmerking 2: ........................

Vergelijk de zinnen met de zinnen van een groepsgenoot.
Vindt je groepsgenoot in jouw zinnen gemakkelijk het werkwoordelijk gezegde?
Vind jij in zijn/haar zinnen gemakkelijk het werkwoordelijk gezegde?