Over the past few weeks you read three different stories about Sherlock Holmes. Now it's up to you! In this final task I would like you to create a short comic book in which you come up with a new mystery for Sherlock to solve.
During this Final Task you’re going to think of a story line, decide who will be your main characters (protagonist and antagonist), decide on the setting, and include a climax. All these elements of a story are discussed in year two, but your expert will refresh your memory on the subject.
Do the tasks accordingly – don’t skip a task as this will result in an incomplete final product. You do this exercise individually.
Task 1 – What is a Comic Book?
'A comic book, also called comic book, comic magazine or (in the United Kingdom and Ireland) simply comic, is a publication that consists of art in the form of panels that represent individual scenes. Panels are often accompanied by descriptive pieces of writing and written narrative, usually, dialogue contained in word balloons.'
Wikipedia
Lees het tekstje over comics hierboven en leg in je eigen woorden uit wat een comic is.
Google een voorbeeld van een comic en schrijf op wat je ziet. Denk hierbij aan: hoeveelheid tekst, plaatjes, hoe het verhaal verloopt, hoeveelheid pagina’s etc.
Task 2 – Elements of a Story
Om jouw eigen Sherlock Holmes comic vorm te gaan geven starten we met een brainstorm. Maak een word-web (in het Engels) waarin je gaat nadenken over het mysterie dat Sherlock moet gaan oplossen. Ben creatief en bedenk in deze brainstorm al het volgende:
Welk mysterie moet Sherlock oplossen?
Wie zijn betrokken bij dit mysterie? (Wie is de hoofpersoon/protagonist, wie is de slechterik/antagonist, voor wie zijn de bijrollen?)
Waar speelt het mysterie zich af? (Setting omvat zowel de tijd als de plaats waarin het verhaal zich afspeelt).
Op welk moment komt het verhaal tot een spannend hoogtepunt (climax), wat gebeurt er dan?
Hoe lukt het Sherlock om het mysterie uiteindelijk toch op te lossen? - Hoe eindigt het verhaal?
Task 3 – Timeline
Om je verhaal verder vorm te gaan geven is het belangrijk een duidelijk beeld te hebben van wat er wanneer gebeurt en wie er bij betrokken zijn. Omdat je in je comic gaat werken met zogenaamde panels (de vakjes) is het belangrijk je verhaal al te gaan opdelen.
Maak een tijdlijn waarin je minimaal 8 momenten beschrijft. Je start de tijdlijn met het begin van je verhaal en eindigt met het slot. Per onderdeel op je tijdlijn schrijf je kort op wat er gebeurt, wanneer/waar dit gebeurt en wie er bij betrokken zijn. Deze tijdlijn maak je in het Engels.
Task 4 – First Draft
Aan de hand van de tijdlijn uit Task 3 ga je een indeling maken van je Panels. Bedenk je hoeveel vakjes je nodig hebt per gebeurtenis uit Task 3. Zorg er voor dat je uiteindelijke comic minimaal 16 panels/vakjes omvat.
Zet de gebeurtenissen om in korte stukjes, geschreven Engelse tekst. Deze tekst noteer je straks in de teksballonnen in de panels. Let op: gebruik wolkjes voor gedachtes en spraakballonnen wanneer iemand iets zegt. Deze kun je in Word gemakkelijk invoegen.
Denk na over de manier waarop je de gebeurtenissen/hoofdpersonen in beeld wil brengen. Wil je de karakters gaan tekenen met potlood? Wil je Paint of een ander computerprogramma gebruiken om je panels te vullen? Maak een eerste opzet van de beelden die in je comic terug gaan komen. Deze schetsen helpen je om straks sneller je panels te vullen.
Task 5 – The Final Product
Werk de first draft (eerste opzet) uit Task 4 uit tot een eindproduct. Zorg dat alle onderdelen uit de opsomming hieronder terug komen.
Checklist:
- Je comic bevat minimaal 16 panels.
- In je comic lost Sherlock Holmes een mysterie op.
- Naast Sherlock Holmes (protagonist) is er wellicht nog een protagonist aanwezig. Ook is er een antiheld/slechterik in het verhaal te kenmerken (antagonist).
- Je expert kan herleiden wat de setting van het verhaal is (welke plaats en welke tijd speelt het verhaal zich af?)
- Het verhaal komt tot een spannend hoogtepunt (climax).
- Het verhaal heeft een duidelijke inleiding, kern en slot.
- Je gebruikt wolkjes voor gedachtes die de personages hebben en spraakballonnen voor wanneer ze iets zeggen.
- Je schrijft je comic in het Engels en let goed op de vaste zinsvolgorde regels in het Engels (onderwerp-werkwoorden-wat-waar-wanneer).
