Opdracht 5:
Lees paragraaf 1.2 op bladzijde 14 en 15.
Opdracht 6:
Maak in je Word document van deze paragraaf een samenvatting.
Doe dit als volgt:
Stap 1: Je leest een subparagraaf.
Stap 2: Noteer de begrippen uit deze subparagraaf (begrippen zijn de dikgedrukte woorden).
Stap 3: Noteer ook de eventuele belangrijke zaken uit de subparagraaf (zoals jaartallen en zaken/woorden die je opvallen).
Stap 4: Maak een kort verhaaltje van ongeveer 5 regels met daarin de zaken die je bij stap 2 en 3 hebt opgeschreven.
Stap 5: Lees je samenvatting goed door en vergelijk hem met de subparagraaf uit het boek, mis je nog iets voeg dit dan toe.
Stap 6: Maak een kloppend verhaaltje van je samenvatting (het moet geen verhaaltje zijn met gewoon wat zinnetjes achter elkaar die niet eens een verhaal samen vormen).
Stap 7: Ga verder met de volgende subparagraaf en begin dan weer bij stap 1 totdat je alle subparagraven gehad hebt.
Opdracht 7:
Kopieer dit schema naar je Word document en vul de betekenis van de woorden in.
Jager-verzamelaar | |
Homo erectus | |
Nomade | |
Homo sapiens | |
Cultuur | |
Animisme |
Opdracht 8:
Geef antwoord in je Word document op de deelvraag:
Hoe leven de eerste jager-verzamelaars?
Gebruik hierbij de volgende woorden:
Jager-verzamelaar - Homo erectus - Nomade - Homo sapiens - Cultuur - Animisme