Fossiele brandstoffen

Hieronder tref je drie korte video's over de fossiele brandstoffen.

Steenkool

Naamgeving van verbindingen opgebouwd uit een metaal en een niet-metaal (enkelvoudige zouten):

1. Geef de naam van het metaal.

2. Als van het metaal meedere elektrovalenties bekend zijn, (BINAS tabel 40A) dan geef je tussen haakjes met een

    Romeins cijfer aan wat de elektrovalentie van het metaal in de gegeven verbinding is.

3. Vervolgens geef je de Latijnse naam van het niet-metaal met de uitgang -ide.

    Voorbeelden van niet-matelen met de uitgang -ide:

    H - hydride       C - nitride        O - oxide             S - sulfdide

    F - fluoride       Cl - chloride     Br - bromide         I - jodide

    Si - silicide        P - foside        As - arsenide       Ge - germanide

    Se - selenide   Te - telluride    Sb - antimonide   Po - polonide

 

Voorbeelden van de naamgeving

Na2Te - natriumtelluride

HgCl2 - kwik(II)choride

Au2O3 - goud(III)oxide

Aardgas

Aardolie