Je krijgt het journaal van gisteren te zien.
A. Beantwoord tijdens het kijken de volgende vragen. Schrijf de antwoorden in je schrift.
1. Welke onderwerpen komen aan bod? Beschrijf kort wat er over het onderwerp is verteld.
2. Op welke manier worden deze onderwerpen vormgegeven? (Bijv. interview, reportage, presentatie door de nieuwslezer, ...)
3. Welke personen komen er langs bij de onderwerpen en wat is hun functie met betrekking tot het onderwerp?
4. Wat is hun rol in het journaal?
5. Welke plaatsen komen er in beeld, behalve de studio?
6. Welke middelen worden er gebruikt om de uitzending vorm te geven?
7. Is de berichtgeving objectief of subjectief?
8. Geef voorbeelden van objectieve informatie.
9. Geef voorbeelden van subjectieve informatie
B. Beantwoord de volgende vragen na het kijken. Schrijf ook deze antwoorden in je schrift.
10. Welke vaste rubrieken zijn er in het journaal?
11. Wat voor werkzaamheden gaan er volgens jou aan de uitzending van het journaal vooraf?
12. Wat voor opleiding hebben de medewerkers van het journaal gevolgd, denk je?