Praktijk Schrijfvaardigheid

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
De zakelijke brief
 
Beantwoord bij alle opdrachten de vragen en voer de opdrachten uit.
 
Opdracht 1
 
  1. Wat is een zakelijke brief?
  2. Noem drie aanleidingen voor het schrijven van een zakelijke brief.
  3. Wat is het doel van een zakelijke brief?
  4. Aan welke eisen moet een zakelijke brief voldoen?
 
Opdracht 2
 
  1. Maak in je schrift een indeling van een zakelijke brief.
  2. Vorm een groepje van vier leerlingen.
  3. Vergelijk jullie briefindelingen en schrijf op een A3'tje hoe volgens jullie een zakelijke brief ingedeeld moet worden.
 
 
Opdracht 3
 
Het beste idee van Nederland
 
Iedereen vraagt zich weleens af: Waarom is daar nu nog nooit iets voor uitgevonden? Ook de televisie is daarop ingesprongen, met het programma Het beste idee van Nederland, waarin mensen een prijs van 10.000 euro kunnen winnen voor hun uitvinding.
 
Jij hebt ook een uitvinding gedaan en je wilt graag in aanmerking komen voor die prijs. Daarvoor moet je via een brief uitgebreide informatie geven over je idee. Denk hierbij aan het soort uitvinding, het doel en de doelgroep ervan, het nut, de werking, de grootte, de kosten van het materiaal, de productietijd en de productievereisten en dergelijke. Kortom, de programmamakers moeten een goed beeld hebben van wat jouw uitvinding een succes maakt. Gebruik voor de uitvinding je fantasie en let op! Het mag in ieder geval niet gaan om iets wat al bestaat.
 
 
3a Maak een schrijfplan voor een zakelijke brief waarin je reageert op deze oproep. Verwerk alle aspecten van de opdracht in je plan.
3b Bespreek je schrijfplan met twee klasgenoten. Breng zo nodig verbeteringen aan.
3c Schrijf nu je zakelijke brief aan Stichting Het beste idee van Nederland, postbus 498, 2600 AL in Hilversum.
 
 
 
 

 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Opdracht 4
 
 
Opdracht 5
 
  1. Vorm een groepje van vier leerlingen.
  2. Vergelijk jullie schrijfplannen voor de zakelijke brief aan een hbo-student waarin je hem vraagt of je hem mag interviewen over zijn studie en over studeren in het algemeen.
  3. Pas zo nodig je eigen schrijfplan aan.
  4. Schrijf aan de hand van je schrijfplan je brief aan de desbetreffende student.
  5. Controleer je brief op inhoud, vorm en taalgebruik.
 

Opdracht 6

 
Deze les mag je niet meer overleggen met medeleerlingen.
  1. Maak je brief aan een hbo-student af.
  2. Let op de indeling van je brief, op je taalgebruik en de spelling.
  3. Sla je brief op in de map Ne 16 17 in de submap Schrijven.
  4. Print je brief en lever hem in.
  5. Lever je brief ook in bij de opdracht op Elo.
 
 

 

 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Opdracht 7
 
  1. Bedenk ten minste tien interviewvragen voor de student die jij gaat interviewen. De vragen moeten betrekking hebben op de betreffende studie en over studeren in het algemeen.
  2. Bedenk ten minste tien open vragen waarvan je verwacht dat de docenten van de opleiding van jouw keuze die aan jou zullen stellen als je op intakegesprek komt. De vragen mogen dus niet met ja of nee te beantwoorden zijn.
  3. Bespreek je vragen met een klasgenoot die voor een andere studie heeft gekozen. Help elkaar jullie vragen te verbeteren of je lijstje aan te vullen.
  4. Doe dat nogmaals, nu met een andere klasgenoot.
 

 

 

Opdracht 8
 
  1. Verwerk de informatie uit je onderzoek en het interview dat je hebt gehouden met een student tot een verslag over studeren in het algemeen en over de desbetreffende opleiding in het bijzonder.
  2. Let ook hierbij weer op vorm, inhoud en taalgebruik.
  3. Laat ook dit schrijfproduct twee keer nakijken door verschillende klasgenoten.
  4. Verbeter het verslag waar nodig.
  5. Sla je verslag op in de map Ne 16 17, submap Schrijven.
  6. Lever het verslag in bij de opdracht op Elo en op papier.
  7. Voeg dit verslag toe aan je Lob-dossier.