2.2 Coördinaten

 

Plaatsbepaling op aarde.

Om te kijken waar een plaats op aarde ligt gebruiken we de evenaar en de nulmeridiaan. Als een plaats of land ver van de evenaar ligt, bijvoorbeeld IJsland, dan ligt dat op hoge breedte. Ligt een plaats of land dicht bij de evenaar dan zeggen we dat het op lage breedte ligt.

Je kunt dat het beste zo onthouden,  de evenaar heeft het getal 0 en is dus een laag getal = lage breedte. De  polen hebben het getal 90 en is dus een hoog getal = hoge breedte.

In de tekening hieronder kun je zien dat de breedteligging ook invloed heeft op het  klimaat, op lage breedte vallen de zonnestralen loodrecht in en hoeven dus maar een klein oppervlak te verwarmen, hier is het dus warm. Dus lage breedte = grote hoek van de zonnestralen  = warm. Op hoge breedte vallen de zonnestralen heel schuin in en ze moeten een groot oppervlak verwarmen. Dus hoge breedte = kleine hoek van de zonnestralen = koud.

De onderstaande powerpoints ga je samen bekijken in de les. Je kan ze hieronder als het je te snel ging, nog altijd even doorkijken.

Stap 1: bepaal of een plek ten noorden van de evenaar of ten zuiden van de evenaar ligt

Zuiden = Z.B. Noorden = N.B.

Stap 2: bepaal op hoeveel graden de plek van de evenaar af ligt

13*Z.B.

STap 3: schrijf een komma achter je antwoord

13*Z.B.,

Stap 4: Bepaal of de plaats ten oosten of ten westen van de 0-meridiaan ligt.

Westen = W.L. Oosten= O.L.

Stap 5: Bepaal hoeveel graden de plek van de 0-meridaan af ligt

13*Z.B., 132*O.L.

 

Opdrachten

1. Maak onderstaande opdrachten in je schrift. Vul vervolgens je antwoorden in in de wiki om ze na te kijken.

 

presentatie plaatsbepaling

plaatsbepaling (coordinaten) en klimaatgrafiek

In dit bestand vind je een stappenplan coördinaten.

Coördinaten extra oefening.docx