1. Algemene Legenda.
Wanneer je wilt weten wat de kleuren en symbolen op een kaart betekenen, gebruik je het voorschutblad of de algemene legenda. Bij elke kaart staat ook vaak een aparte legenda.
Figuur 1. Algemene legenda
Bron: grote bosatlas 54e druk.
2. Statistiek.
Wanneer je statistische informatie wilt over landen, provincies of gemeente. Te vinden achterin de atlas vanaf blz. 252.
-252 Nederland (geel)
- 256 Europa (blauw)
- 258 wereld (groen)
Figuur 3. Statistiek.
Bron: grote bosatlas, 54e druk.
3. Trefwoordenregister.
Wanneer je een kaart zoekt over een bepaald onderwerp of een bepaald thema gebruik je het trefwoordenregister.
Onderwerpen en thema's kunnen bijvoorbeeld zijn: talen, klimaat, toerisme etc.
Figuur 4. Trefwoordenregister.
Bron: grote bosatlas, 54e druk.
4. Achterschutblad
Wanneer je een land op wilt zoeken, waarvan je ongeveer weet waar het ligt.
Figuur 5. Achterschutblad.
Bron: grote bosatlas, 54e druk.
5. Register van topografische namen.
Wanneer je wilt weten waar je een plaats, land, rivier, etc. kunt vinden op de kaart
(blz. 267)
Als laatste nog 2 hulpmiddelen die je niet hoefte te leren in de brugklas, maar waarvan het wel even handig is dat je ze kan herkennen:
6. Lijst met afkortingen.
Wanneer je wilt weten wat een afkorting betekent (blz. 266)
7. Betekenis topografische namen.
Wanneer je wilt weten wat een topografische naam betekent. Blz. 296