Voorbereiding

Probleemsituatie

Deze casus gaat over Johanna. Johanna is 95 jaar. Sinds 6 jaar woont ze in het verpleeghuis. De laatste tijd schreeuwt en zingt ze de gehele dag door. Ze beweegt constant in haar stoel. ’s Nachts is ze onrustig, wordt vaak roepend wakker. Mevrouw is oververmoeid, ze put zichzelf uit. Om haar wat rustiger te maken krijgt ze medicijnen.

Ze wordt inderdaad rustiger maar ook duffer, waardoor ze niet meer in staat is te eten of te drinken. Om te voorkomen dat ze ’s nachts valt, ligt ze vast met een zweedse band. De overige bewoners ervaren haar gedrag als zeer storend en worden zelf ook onrustig, zo gaan ze bijv. op de tafel slaan om hun ongenoegens te uiten. Om te voorkomen dat Johanna te veel last bezorgt aan de andere bewoners wordt ze vaak op haar kamer neergezet door de verzorgers. Het team heeft al veel geprobeerd, zoals corrigeren, afleiden door even iets anders te doen en door haar af te zonderen. Maar niets lijkt te werken.

Zelfs de meest ervaren kracht geeft aan dat ze het niet meer aankan. Het team voelt zich gefrustreerd en machteloos. Dit is even kort een schets van het probleem. Belangrijk om te weten is dat mevrouw dementie heeft. Dit is een belangrijke factor bij het ontstaan van het probleemgedrag. Echter, bij gedrag en instandhouding daarvan is altijd sprake van interactie met de omgeving. In deze casus zal duidelijk worden dat niet zo zeer de dementie bepalend is voor het probleemgedrag maar de reactie van de omgeving en het team.