Het klimaat verandert. Een samenvatting.
Sinds het begin van de Industriële Revolutie is het wereldwijd gemiddeld 0,63 ºC warmer geworden. Schommelingen in temperatuur zijn niet heel ongebruikelijk in de geschiedenis van onze planeet.
Wel dat we zelf medeveroorzaker zijn van de opwarming. Nieuw is ook dat er meer mensen dan ooit de aarde bevolken en de gevolgen van de veranderingen zullen ondervinden. Zeker als ze in kwetsbare gebieden wonen.
Aan klimaatverandering als verschijnsel kunnen we niks doen. Dat wil zeggen, voor zover klimaatverandering door natuurlijke factoren wordt veroorzaakt is menselijk ingrijpen niet aan de orde. Daar waar ons eigen gedrag het klimaat beïnvloedt, kunnen en moeten we wel actie ondernemen.
Omdat de aardkorst uit stukken bestaat die ten opzichte van elkaar bewegen. De grootte van de platen, de ligging en de posities ten opzichte van elkaar zijn van invloed op bijvoorbeeld de zeestromen.
Omdat er vulkanen actief zijn. Zonder vulkanisme zou onze atmosfeer niet bestaan. Krachtige uitbarstingen kunnen de atmosfeer voor jaren beïnvloeden.
Omdat er bij tijd en wijle meteorieten inslaan. Eerst stijgt de temperatuur spectaculair en korte tijd later daalt het enorm omdat stof en roet in de lucht het zonlicht tegenhouden. Een inslag heeft al veel eerder in de geschiedenis van de aarde gezorgd voor de schuine stand van de aardas. Het heeft ons de seizoenen opgeleverd.
Omdat het klimaat verandert. Een open deur? Gevolgen van klimaatverandering zijn ook vaak weer oorzaak. Als bijvoorbeeld de temperatuur op aarde licht stijgt, heeft dat direct gevolgen voor de hoeveelheid landijs en daarmee voor het weerkaatsend vermogen van het aardoppervlak. Als er ijs verdwijnt wordt er minder invallende zonne-energie teruggekaatst en wordt het weer warmer.
Omdat we grondstoffen gebruiken. We kappen bossen en halen kolen, olie en gas uit de grond. En daarnaast nog een heleboel andere grondstoffen. Met name ontbossing en de verbranding van fossiele brandstoffen, al dan niet door het verkeer, heeft invloed op de samenstelling van de atmosfeer. De concentraties gassen zoals koolstofdioxide nemen zodanig toe dat het natuurlijk broeikaseffect wordt versterkt. De atmosfeer zal meer zonnewarmte vasthouden en dat leidt op den duur tot een wereldwijd warmer klimaat.
Omdat er variaties zijn in de bewegingen van de aarde. De aarde draait in één dag om zijn eigen as en in een jaar om de zon. In de baan om de zon komen schommelingen voor en daarmee is ook de instraling van de zon aan schommelingen onderhevig. Het verklaart de afwisseling van glacialen (ijstijden) en interglacialen (warmere perioden tussen de ijstijden).
Omdat er variaties zijn in de intensiteit van de zon ten gevolge van zonnevlekken, koelere plekken op de zon. Deze zonnevlekken komen in cycli voor. Daarnaast is het effect van de zon op aarde afhankelijk van plaats en route van de zon in ons melkwegstelsel. En ook dat is aan schommelingen onderhevig
Kortom, het klimaat verandert ten gevolge van natuurlijke en niet-natuurlijke factoren. Om de invloed van de mens vast te stellen moeten we ook de natuurlijke oorzaken van klimaatverandering in kaart brengen.